Onderwijsstichtingen als façade: hoe toezicht jarenlang faalde
In dit artikel:
In Amsterdam-Osdorp bleek een ogenschijnlijk idealistische onderwijsstichting een dekmantel voor commerciële activiteiten. Oguz Dulkadir leidde sinds 2006 de Weekend Academie, die met gemeentelijke en private subsidies programma’s ontwikkelde om kansenongelijkheid tegen te gaan. Onder de radar bouwde hij vanaf 2020 echter een netwerk van besloten vennootschappen op die dezelfde namen droegen als de gesubsidieerde programma’s. Scholen en geldschieters kregen daar vervolgens miljoenenfacturen van, terwijl de bv’s nauwelijks zichtbaar waren voor het publiek en de subsidieverstrekkers. Follow the Money onthulde in april dat Dulkadir via die constructies ruim vier miljoen euro aan vastgoed kocht, grotendeels hypotheekvrij, en dat zijn bedrijf sinds 2021 scholen voor minstens 4,5 miljoen euro factureerde voor programma’s als De Grote Oversteek.
De commerciële tak werd bewust gescheiden gehouden van de stichting: geen bedrijfswebsite, communicatie liep via de stichting en personeel en lesmateriaal van de stichting werden ingezet voor de bv’s zonder marktconforme vergoeding. Na Kamervragen en publiciteit trad Dulkadir formeel terug als directeur van de stichting, maar hij zette zijn activiteiten onder de naam Talent Academie voort en liet prijzen en erkenningen die aan de Weekend Academie waren toegekend op naam van zijn commerciële organisatie zetten. Sommige schoolbesturen reageerden door de onderneming expliciet in te huren en lieten zomerscholen of andere programma’s door zijn bv organiseren; andere besturen beëindigden de samenwerking.
Dulkadir is geen geïsoleerd geval. Follow the Money en het tv-programma BOOS brachten vergelijkbare werkwijzen aan het licht bij Darine El Houfi (Leren voor de Toekomst) en profvoetballer Redouan El Yaakoubi (Durf te Dromen). Ook zij gebruikten gesubsidieerd personeel en lesmateriaal om commerciële omzet te genereren; in één geval werd een bv voor 1,7 miljoen euro verkocht. In alle gevallen dachten scholen en gemeenten te maken te hebben met non-profitstichtingen, niet met ondernemers die substantiële inkomsten naar privé-holdings lieten vloeien.
Experts wijzen op structurele kwetsbaarheden van stichtingen: eenvoudige oprichting, beperkte transparantie-eisen en vaak geen verplicht toezichtorgaan. Hoogleraar ondernemingsrecht Manuel Lokin en emeritus-hoogleraar bestuurskunde Michiel de Vries stellen dat bestuur en toezicht vaak niet functioneren; oprichters concentreerden de macht en plaatsten vertrouwelingen in formele rollen. Bij Durf te Dromen bestond het dagelijkse bestuur feitelijk uit El Yaakoubi, zijn zus en een vriendin; formele bestuursleden trokken zich kort voor publicatie terug uit het handelsregister. Zulke interne zwaktes maken het mogelijk commerciële activiteiten te verhullen.
Ook de externe controle faalde. Gemeenten betaalden tonnen, soms miljoenen, aan programma’s die later door de betreffende bv’s werden gefactureerd. De gemeente Amsterdam gaf volgens berichtgeving minstens 8,5 miljoen euro aan de Weekend Academie; na vragen stelde zij wel onderzoek in, maar weigerde in eerste instantie subsidies stop te zetten of terug te vorderen met het argument dat er geen direct bewijs was dat subsidiebetalingen “rechtstreeks” naar bv’s waren gegaan. Critici noemen die reactie onvoldoende, omdat publieke gelden zijn gebruikt om concepten te ontwikkelen die vervolgens commercieel werden geëxploiteerd. De gemeente Utrecht nam naar aanleiding van onthullingen wel onderzoek op en vond al aanwijzingen dat betalingen niet duidelijk waren toegewezen: in 2021 werd bijvoorbeeld betaald aan een bedrijf terwijl men dacht de stichting te betalen; enkele betalingen werden later geblokkeerd en juridisch vervolg wordt onderzocht.
Schoolbesturen zelf blijken ook onvoldoende interne controle te hebben. Onderwijsjurist Stefan Philipsen wijst op gebrekkige administratieve procedures: facturen aan bv’s werden betaald terwijl contracten met stichtingen als wederpartij golden. Dat probleem wordt volgens hem versterkt door de vluchtigheid van subsidieregelingen: door tijdelijke potjes moeten scholen snel oplossingen vinden en huren ze vaker externe partijen in zonder de capaciteit om aanbesteding en controle goed te organiseren. De Algemene Rekenkamer signaleerde bovendien dat de coronapandemie en de daarbij vrijgekomen miljarden de externe inhuur hebben aangewakkerd.
De affaire past in een bredere reeks misstanden waarbij non-profitvormen werden gebruikt om winstprivatisering te verhullen. Eerder leidde de zaak rond Sywert van Lienden tot een civiele uitspraak waarbij miljoenen terug moesten naar de stichting en tot strafrechtelijk onderzoek. Nationaal beleid reageert terughoudend: demissionair minister Mariëlle Paul noemde de praktijken ‘zeer onwenselijk’, maar ziet ingrijpen niet primair als haar taak en legt verantwoordelijkheid bij scholen en maatschappelijke organisaties om transparant te zijn.
Samenvattend laat het dossier zien hoe publieke middelen bedoeld voor gelijke kansen in het onderwijs via gebrekkig toezicht, zwakke bestuursstructuren en administratieve slordigheid in commerciële omzet konden veranderen. Onderzoeksjournalisten en sommige gemeenten onderzoeken de constructies verder; vragen blijven overeind over waar grote delen van het onderwijsgeld uiteindelijk naartoe zijn gegaan en hoe dit soort misbruik in de toekomst kan worden voorkomen.