Onderwijs je gedoopte kind alsóf je het kon bekeren
In dit artikel:
Ouders kunnen hun gedoopte kinderen niet dwingen of zelfstandig tot bekering brengen, en dat is ook niet hun taak; wèl zijn zij verplicht hun kinderen te onderwijzen alsof ze wél bekeerd konden worden. De doop en het doopformulier staan centraal in deze gedachte: de doop plaatst kinderen op het „erf van het genadeverbond” — ze horen bij de gemeente en worden in de dienst als deel van Gods volk gezien — maar het reinigt niet van de erfzonde. De sacramentale handeling verzegelt en versterkt het verbond in de kerkgemeenschap en in de harten van gelovigen.
Het doopformulier onderscheidt wie bedoeld wordt (het te dopen kind versus „ons en onze kinderen”) en bevat drie kernvragen. In de eerste vraag wordt erkend dat kinderen in zonde geboren worden maar toch in Christus „geheiligd” zijn — dat wil zeggen: als deel van het verbond aan de gemeente toebehorend. De tweede vraag bevat het woord „alhier”, dat verwijst naar wat in die gemeente wordt geleerd; dit begrip speelde een belangrijke rol tijdens de Afscheiding in Nederland, omdat onenigheid over „wat alhier geleerd wordt” aanleiding gaf tot vertrek en het vormen van nieuwe gemeenten waarin men wél kon instemmen met de leer en de kinderdoop.
Adoptiekinderen van christelijke ouders mogen volgens dit standpunt eveneens gedoopt worden. Zodra een kind door christelijke ouders wordt opgenomen — bij toewijzing of zodra het bij hen in huis is — wordt het op het erf van het verbond gebracht en geldt dezelfde grond van toebehoren aan Christus. Bijbelse aanwijzingen (onder meer uit Genesis) en historische kerkelijke praktijk ondersteunen dit. Voor pleegkinderen is de praktijk terughoudender: zij worden alleen gedoopt als er redelijke zekerheid bestaat dat ze tot volwassenheid bij die opvoeders blijven, omdat de derde doopvraag ouders verplicht tot het geestelijk onderwijs van het kind.
De auteur benadrukt de praktische verplichtingen van ouders: zij moeten de opvoeding van jonge kinderen (met name tot vier jaar) zelf verzorgen, het gebed voor school en catechisatie oefenen, psalmen thuis inoefenen en kinderen helpen bij catechisatiewerk. De doop vraagt van ouders dus actieve betrokkenheid — onderwijs en gebed — niet een illusie van volledige controle over het geestelijke lot van het kind.
Tegenover kritieken dat kinderen niet bekeerd kunnen worden, stelt de schrijver dat God Zich juist tot kinderen wendt en ook hen in genade kan aannemen. Het artikel is geschreven door een predikant van de gereformeerde gemeente in Genemuiden en is gebaseerd op zijn lezing tijdens de najaarsbijeenkomst van de Adoptievereniging Gereformeerde Gezindte op 1 november in Gorinchem.