'Om wangedrag écht tegen te gaan, kan Amsterdamse corps een voorbeeld nemen aan horeca'

zondag, 17 augustus 2025 (17:48) - Het Parool

In dit artikel:

Hoogleraar Paul van Lange betoogt dat studentenverenigingen hun structurele wangedrag alleen blijvend kunnen terugdringen als ze verder gaan dan de gebruikelijke interne maatregelen. Aanleiding is een besluit van de senaat van het Amsterdamsch Studenten Corps (ASC/AVSV) om dispuut Thalia dit jaar geen nieuwe leden te laten aannemen omdat de veiligheid niet gegarandeerd kan worden — een stap die volgens Van Lange begrijpelijk is maar onvoldoende voor echte cultuurverandering.

Studentenverenigingen bieden belangrijke sociale netwerken voor nieuwkomers, maar kampen vaak met grootschalige normovertredingen: vrouwonvriendelijke liederen, bangalijsten, vernederingen, intimidatie en soms fysieke mishandelingen tijdens ontgroeningen. Traditionele remedies — gesprekken, gedragscodes, vertrouwenspersonen en verbetertrajecten — zijn waardevol maar blijken beperkt effectief. Van Lange wijst op groepsdynamiek: de drang om erbij te horen, hiërarchieën en tradities zorgen ervoor dat individuen dingen doen waar ze alleen niet toe zouden komen, en de gesloten cultuur belemmert externe correctie.

Als alternatief pleit hij voor een extern toezichtmodel geïnspireerd op de horeca: mysteryguests en onaangekondigde controles die de praktijk van binnenuit beoordelen. Concreet stelt hij een onafhankelijke commissie voor, samengesteld uit jonge, onbevangen en diverse waarnemers (geen oud-leden), die met toestemming van de senaat zowel aangekondigde als onaangekondigde observaties doet tijdens grote bijeenkomsten, een-op-eengesprekken en af en toe dispuutbijeenkomsten. Deze commissie moet "fly on the wall"-verslagen en aanbevelingen opstellen die gedeeld worden met zowel leden als de buitenwereld, waardoor misstanden zichtbaar worden en positieve aspecten — vriendschap en samenhang — ook erkenning krijgen.

De voordelen volgens Van Lange: concrete, directe feedback op omgangsvormen; minder geheimhouding; en publiek beschikbare rapporten die druk uitoefenen op verenigingen om te veranderen. Hij benadrukt dat alleen sancties zoals het intrekken van rekruteringsrechten weinig veranderen zolang de interne cultuur van macht, rituelen en geheimhouding blijft bestaan. Openheid en externe monitoring zouden de veiligheid kunnen versterken en uiteindelijk ten goede komen aan alle leden. Kortom: studentenverenigingen moeten minder gesloten opereren en kunnen gerust leren van controlepraktijken uit de horeca.