Om populisten de wind uit de zeilen te nemen, moeten de overheden doen wat ze beloven
In dit artikel:
Bij de verkiezingen in 2024, die in meer dan vijftig landen plaatsvinden, is er wereldwijd een merkbare onvrede onder kiezers, vooral gericht tegen de heersende elite. Deze verkiezingen worden gehouden in een periode van grote maatschappelijke onrust, met gevolgen voor economie, klimaat en internationale relaties. Het groeiende onbehagen is te zien in landen als Zuid-Afrika, waar het ANC zijn parlementaire meerderheid verloor, en in Groot-Brittanniƫ, waar de Conservatieve Partij een historische nederlaag leed. Eveneens in Mexico kwamen meer dan 330 gevallen van politiek geweld voor tijdens de campagnes, een recordaantal.
Onderzoeksinstellingen hebben aangetoond dat de tevredenheid van kiezers met hun overheid is veranderd. De coronapandemie heeft een belangrijke rol gespeeld in de groei van deze onvrede, met een sterke toename van het gebruik van sociale media, wat mensen meer blootstelde aan kritiek op de overheid. Bovendien werden tijdens de pandemie de tekortkomingen van publieke diensten zoals de gezondheidszorg en het onderwijs blootgelegd, wat leidde tot een breder maatschappelijk onbehagen.
In Europa profiteren radicaal-rechtse partijen van deze situatie, waarbij onvrede vaak wordt toegeschreven aan immigratie. Echter, de huidige onvrede is complexer en ook gerelateerd aan grotere thema's zoals ongelijkheid en de gevolgen van de globalisering. Politieke partijen zullen een zorgvuldige strategie moeten ontwikkelen om het vertrouwen in publieke diensten te herstellen. De opkomst van populisme en de vraag hoe bestaande partijen zich kunnen verhouden tot dit onbehagen blijven cruciale thema's in de aanloop naar de verkiezingen.