OM laat zwaarste verdenking tegen pleegouders Vlaardingen vervallen
In dit artikel:
Het Openbaar Ministerie heeft de zwaarste aanklacht tegen de pleegouders van het Vlaardingse meisje laten vallen: poging tot doodslag wordt niet langer bewezen geacht. Dat besluit volgt op een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, dat stelt dat duwen van de trap wel mogelijk is, maar dat het hersenletsel even goed op een andere manier kan zijn ontstaan. De beschuldigingen van zware mishandeling en vrijheidsberoving blijven wel gehandhaafd.
Het 11-jarige pleegmeisje kwam in mei vorig jaar met botbreuken en hersenschade in het ziekenhuis terecht. Sindsdien verblijft ze in een revalidatiecentrum; haar hersenfuncties zouden door het letsel ongeveer op het niveau van een peuter liggen. Tegelijk is er langzaam herstel: ze spreekt enkele woorden, loopt stukjes zelfstandig en bezoekt twee dagen per week een zorgboerderij.
De pleegouders, John van den B. (38) en Daisy W., waren voor het eerst zelf in de rechtszaal. Van den B. bood zijn spijt aan: "Het spijt me dat we hier moeten zitten", zei hij. Het Pieter Baan Centrum stelde bij beiden een ernstige persoonlijkheidsstoornis vast en waarschuwde voor een grote kans op herhaling; de officier van justitie wees op de noodzaak van tbs met dwangverpleging.
Het OM vervolgt geen individuele hulpverleners of de betrokken pleegzorg- en jeugdbeschermingsorganisatie, ondanks dat een inspectierapport fouten aan het licht bracht. Opzet is lastig te bewijzen en de strafrechtelijke drempel hoog. De voorbereidingen zijn afgerond; de inhoudelijke behandeling staat gepland voor 6 en 7 november. Na die zittingen verschijnt een door EO gemaakte documentaire over de zaak.