OM eist boete van 20 miljoen euro in strafzaak tegen NAM over gevaarlijke stoffen
In dit artikel:
Het Openbaar Ministerie eist 20 miljoen euro boete van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) omdat het bedrijf tussen 2010 en 2022 grote hoeveelheden verontreinigd proceswater en ander afvalstoffen zou hebben geïnjecteerd in lege gasvelden bij Borgsweer (Groningen) zonder de juiste vergunningen. Die afvalstromen kwamen vrij bij de verwerking van Noordzeegas; nadat water van het gas is gescheiden wordt het als verontreinigd afval behandeld en gelden strengere regels voor opslag en verwerking.
Het OM vervolgt de NAM ook omdat het bedrijf volgens het dossier gevaarlijke stoffen op onjuiste locaties zou hebben aangenomen en daardoor financieel voordeel van meer dan vijf miljoen euro zou hebben behaald — dat bedrag vordert het OM terug. De kern van de zaak draait vooral om de juiste codering en vergunningen voor de stoffen: die bepalen hoe ze wettelijk moeten worden beheerd, en OM en NAM verschillen op meerdere punten van mening over welke code van toepassing was.
Een onafhankelijk milieubureau (STAB) concludeert dat de meeste beschuldigingen terecht lijken te zijn dat er geen juiste vergunningen waren, al is er bij enkele punten nuance: daar zou een vergunning wel van toepassing zijn geweest of betrof het niet-gevaarlijke stoffen. Zowel OM, NAM als STAB stellen dat de injecties geen risico vormden voor mens of natuur, maar het OM benadrukt dat het juridische belang losstaat van eventuele milieuschade: gevaarlijke stoffen vallen onder andere regels.
NAM-directeur Noord-Nederland Martijn Kleverlaan ontkent enkele aantijgingen, erkent echter administratieve fouten en zei daarover beschaamd te zijn. In de rechtszaal speelde het OM afgetapte gesprekken af waaruit zou blijken dat de NAM via oud-premier Mark Rutte heeft geprobeerd invloed te winnen op besluitvorming van het OM; het ministerie van Economische Zaken zou die poging hebben afgewezen. Uiteindelijk besloot het OM niet om individuele bestuurders te vervolgen wegens gebrek aan voldoende aanwijzingen en richt de vervolging zich op de onderneming zelf.
Als referentie noemde het OM eerdere milieustrafzaken bij grote bedrijven (onder meer een boete van 10 miljoen euro voor Sabic in 2024) bij het vaststellen van het boetebedrag. De zaak past in een bredere, gespannen relatie tussen NAM en de overheid, die eerder onder meer conflicteerden over de aansprakelijkheid voor aardbevingsschade in Groningen als gevolg van gaswinning.