OM beschuldigt Stint-ondernemers van manipulatie rapport na dodelijk ongeluk

In dit artikel:

De ondernemers achter de elektrische bolderkar Stint worden volgens het openbaar ministerie beschuldigd van het manipuleren van een Duits keuringsrapport over de remmen na het dodelijke ongeluk in Oss. Bij dat ongeluk op 20 september 2018 kwamen vier kinderen om het leven; sindsdien staan de makers van de Stint onder zwaar verhoor.

Na het ongeluk liet de Duitse keuringsinstantie TÜV remproeven uitvoeren. Een eerste test in oktober 2018 voldeed niet aan de wettelijke remvertraging. Het OM stelt dat de verdachten daarna de software hebben aangepast, waardoor de vervolgtest niet het type voertuig weerspiegelde dat feitelijk in Nederland rondreed. Die gewijzigde resultaten zouden vervolgens zijn gebruikt in bestuursrechtelijke procedures, wat neerkomt op valsheid in geschrifte. TÜV heeft het rapport ingetrokken en de betrokkenen verboden het nog te gebruiken.

Het ontbreken van een remschakelaar op de Stint noemt het OM een ernstige fout: zo’n schakelaar moet verhinderen dat de motor doorgaat met aandrijven wanneer de bestuurder met een knijprem probeert te remmen. Pas na het ongeluk werden alle bolderkarren alsnog uitgerust met een remschakelaar. Ontwerper Peter Noorlander zou volgens het OM eerdere waarschuwingen van de motorfabrikant genegeerd hebben.

Het OM betoogt dat de Stint al vóór het ongeval als een gevaarlijk product bekend was en dat ondernemers, onder wie Renzen en Noorlander, hierover hebben gezwegen. Diverse gebreken aan een voertuig dat dagelijks duizenden kinderen van en naar school vervoerde, zouden niet adequaat zijn gerepareerd; een ongeval lag daardoor volgens de officier in de rede.

Twee officieren van justitie hebben acht uur gereserveerd om hun zaak over de Stint toe te lichten. Aan het eind van de dag maakt het OM de strafeis tegen de betrokkenen bekend.