Oké, Vitesse is gered. Welke uitdagingen wachten de club? Elf vragen (en antwoorden) over de toekomst
In dit artikel:
Vitesse is weer toegelaten tot het betaalde voetbal, maar de club staat er allesbehalve stabiel voor. Tijdens een persconferentie woensdag werd duidelijk dat de Arnhemmers willen meedoen in de Keuken Kampioen Divisie en in principe op 12 september uit tegen Jong AZ willen beginnen, maar dat dat nog niet zeker is omdat overleg met de KNVB nodig is.
De selectie is de afgelopen weken grotendeels weggelopen: na een rechterlijke uitspraak die de club uit het betaalde voetbal zette, liet Vitesse transfervrij vertrekken wat nog wilde gaan. Volgens Transfermarkt verloor de selectie omtrent 4 miljoen euro aan waarde; twaalf spelers vertrokken, en op het veld stonden woensdag nog slechts tien spelers, veelal jeugdspelers en proefspelers. Omdat de transfermarkt gesloten is, kan de club alleen vrije spelers aantrekken — en dat moet met spoed gebeuren. Wie het technisch beleid exact gaat invullen, is nog onduidelijk; voorlopig zijn aandeelhouder Timo Braasch en clubicoon Theo Janssen deel van het technische hart.
Op eigendomsniveau is er duidelijkheid: de zogeheten Sterkhouders — een groep van 22 voornamelijk lokale ondernemers, met onder meer Michel Schaay, Marwin Melis en Robert Kramer — nemen alle aandelen over. Zij hadden al 24,9 procent voor €1 en sluiten een deal waarmee zij de resterende 75,1 procent voor €2,6 miljoen overnemen, mits de licentie behouden blijft; die voorwaarde is nu vervuld. De KNVB toetst nog altijd nieuwe eigenaars om dubieuze geldstromen te voorkomen; in tegenstelling tot de Amerikaan Coley Parry, die eerder werd geweerd, geven de Sterkhouders aan bereid te zijn financiële openheid te geven en zeggen zij grotendeels aan documentatie-eisen te voldoen. Parry heeft documenten ondertekend waarin hij afstand doet van bezwaar tegen de overdracht.
Financieel blijft de situatie precair: in juni was er een gat van €1,5 miljoen, en de Sterkhouders garanderen een tekortdekking van €2,5 miljoen voor het aankomende seizoen. De hoop is dat terugkerende sponsoren en de verkoop van seizoenkaarten extra inkomsten opleveren. Ook het stadioncontract met GelreDome vormt een probleem: de huurovereenkomst loopt tot 1 oktober 2030 en blijft geldig — Vitesse moet op 1 oktober €2,4 miljoen betalen — en eigenaar/exploitant wil niet over nieuwe voorwaarden praten, wat voor een eerstedivisieclub te kostbaar is.
Sportief levert het terugkeren ook nadelen op: Vitesse neemt het seizoen met een straf van min 12 punten mee. Kortom: de club is redder uit acute uitsluiting en heeft nieuwe eigenaren, maar kampt met een uitgeklede selectie, hoge kosten en financiële onzekerheid; snel handelen is noodzakelijk om volgend seizoen daadwerkelijk competitief te kunnen starten.