Oekraïner opgepakt voor opblazen van Nord Stream-leidingen: 'Waarom steunen wij een terreurstaat?'
In dit artikel:
De Italiaanse politie heeft bij Rimini recent een verdachte gearresteerd in het onderzoek naar de vernietiging van de Nord Stream-gaspijpleidingen op de bodem van de Oostzee, die in september 2022 werden opgeblazen. Duitse aanklagers die de sabotage onderzoeken zeggen dat het om een Oekraïner gaat die mogelijk een leidende rol in de operatie had; tegen een tweede Oekraïner loopt een internationaal opsporingsbevel. De pijpleidingen waren bedoeld om West-Europa van Russisch gas te voorzien en het incident leidde tot een internationaal onderzoek en veel speculatie over motieven en daders.
De arrestatie heeft politieke en publieke reacties losgemaakt. Wetenschapper Ferdinand Meeuws vroeg zich hardop af of een dergelijke aanval als oorlogsdaad moet worden gezien en welke gevolgen dat voor de NAVO-relatie met Oekraïne zou hebben. FVD-voorman Brian Geertshuis stelde dat Nederland zich niet zou moeten schikken in het steunen van een land dat dergelijke aanslagen zou plegen. D66-Kamerlid Jan Paternotte wees erop dat Rusland al langer energie als pressiemiddel inzet; dat werd door sommige commentatoren met sarcasme of tegenwerpingen beantwoord, waaronder opmerkingen dat Rusland geen belang had bij het beschadigen van eigen infrastructuur. Eerder verscheen ook een bewering van onderzoeksjournalist Seymour Hersh dat de Verenigde Staten achter de aanslag zouden zitten, wat de controverse rond de zaak vergroot.
Kortom: met de aanhouding in Italië is er een nieuwe stap in het juridisch onderzoek naar de Nord Stream-sabotage, maar motieven, betrokkenheid van staten en politieke consequenties blijven onderwerp van debat en internationale aandacht.