Oekraïne heeft opnieuw minder wapens en munitie gekregen van bondgenoten

In dit artikel:

Onderzoek van het Duitse Kiel Institute laat zien dat de toevoer van wapens en munitie aan Kyiv in september en oktober verder is ingezakt, waarmee een daling die in de zomer begon wordt doorgezet. Terwijl Europese landen van maart tot en met juni maandelijks gemiddeld zo’n 5 miljard euro aan militaire hulp mobiliseerden — grotendeels ter compensatie van het wegvallen van Amerikaanse steun — daalde die stroom van juli tot en met oktober tot minder dan 2 miljard per maand. Volgens Christoph Trebesch van de Ukraine Support Tracker, kan dit tempo ertoe leiden dat 2025 het jaar wordt met de minste nieuwe hulptoezeggingen sinds de grootschalige invasie van 2022.

Er bestaan duidelijke nationale verschillen: Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben hun leveringen substantieel verhoogd in absolute zin, maar ten opzichte van hun bruto nationaal product blijven ze achter bij bijvoorbeeld Scandinavische landen. Zuid-Europese staten geven over het algemeen minder; Spanje kondigde dit jaar geen nieuw militair pakket aan — in die regio wordt Rusland minder als directe bedreiging gezien.

Voor Oekraïne is de afnemende materieelinname zorgelijk. Rusland voert dagelijks aanvallen uit met raketten en drones en boekt langzaam terreinwinst. Oekraïne probeert deels zelf in te springen door massaproductie van onbemande toestellen, maar kampt met een tekort aan manschappen en groeiende desertieproblemen. Politiek zoeken de VS en ook Europese leiders naar een manier om de oorlog te beëindigen; Zelensky werkt met Europese partners aan een alternatief plan, waarbij in Londen het belang van harde veiligheidsgaranties tegen verdere Russische agressie werd benadrukt.