Oekraïeners in door Russen bezet gebied mogen niet vergeten worden
In dit artikel:
Donald Trump pleit voor een zo snel mogelijke beëindiging van de oorlog in Oekraïne, maar negeert daarmee de situatie van de burgers die in door Rusland bezette gebieden wonen. Vanaf 10 september geldt voor veel inwoners dat zij zonder Russisch paspoort formeel als buitenlander worden beschouwd en risico lopen op opsluiting of uitzetting; Rusland heeft daartoe detentiecentra ingericht. Veel Oekraïners hebben inmiddels een Russisch document moeten aanvragen om toegang te houden tot gezondheidszorg, pensioenen en andere basisvoorzieningen.
Het Kremlin voert een beleid van russificatie: het openbaar gebruik van het Oekraïens wordt verboden, scholen leren het Russische volkslied en lokale Oekraïense symbolen zijn vervangen. Daarmee ontkent Moskou in de praktijk het recht van Oekraïne op bestaan. Mensenrechtenorganisaties rapporteren grootschalige schendingen: willekeurige arrestaties, martelingen (zoals slaan, breken van botten, elektrische schokken, seksueel misbruik), uithongering, schijnexecuties en bedreiging van familieleden; slachtoffers zijn mannen, vrouwen en ook kinderen.
Voor de invasie woonden naar schatting 6,4 miljoen mensen in de door Rusland beheerde gebieden; nu blijven er naar schatting nog zo’n 3,5 miljoen over. De rest is gevlucht, naar Rusland ontvoerd of gedood. De auteur stelt dat Oekraïne de bewoners niet mag vergeten en dat — als minimumeis — mensen het recht moeten krijgen om te vertrekken als zij dat willen. Leven onder Russische bezetting wordt geconcludeerd als geen leven.