NU+ | Homopinguïns, intersekse beren: dieren zijn veel vaker queer dan je denkt
In dit artikel:
Deskundigen weerleggen de bewering dat homoseksualiteit onnatuurlijk zou zijn door te wijzen op de wijdverspreide seksuele diversiteit in het dierenrijk. Homoseksueel gedrag is vastgesteld bij minstens vijftienhonderd diersoorten, waaronder vogels, zoogdieren, vissen, reptielen en insecten. Zo vormen bij pinguïns soms vrouwelijke koppels een trio met een mannetje, of adopteren twee mannetjes een ei. Ook bij vogels als vale gieren en flamingo’s is homoseksueel gedrag regelmatig geobserveerd, mede dankzij hun gelijke rol in de jongen opvoeden.
Naast homoseksueel gedrag bestaat er ook seksuele diversiteit, zoals tweeslachtige planten, dieren die van geslacht kunnen veranderen – bijvoorbeeld de zwarte driebandanemoonvis, waarbij het hoogste mannetje een vrouwtje wordt na diens overlijden – en intersekse dieren met mannelijke én vrouwelijke geslachtskenmerken, zoals bij bepaalde herten, beren en kangoeroes.
Saar Bakker, educator bij ARTIS, benadrukt dat het natuurlijke voorkomen van seksuele diversiteit juist het idee dat homoseksualiteit onnatuurlijk is ondermijnt. Primatoloog Karyn Anderson waarschuwt echter dat LGBTQIA+-mensen geen rechtvaardiging nodig hebben in de natuur. Ze pleit ervoor homoseksueel gedrag bij dieren niet te gebruiken als excuus om menselijk gedrag te legitimeren, hoewel ze het persoonlijk waardeert zich gereflecteerd te zien in de natuur. Volgens Anderson is het bestaan van queer mensen een feit dat niet afhangt van wetenschappelijke rechtvaardiging.