Nu volop trekvogels in tuinen en parken

maandag, 29 september 2025 (16:03) - Vogelbescherming

In dit artikel:

Gerrit Gerritsen, oud-medewerker van Vogelbescherming en zelfstandig vogelonderzoeker, beschrijft de herfstelijke veranderingen in de vogelstand vanuit zijn Zwolse tuin. Al jaren ringen en wegen hij daar trekvogels en standvogels, waardoor terugmeldingen inzicht geven in trekgedrag, bestemming en de conditie van de vogels.

Na een nat begin van de herfst ziet Gerritsen naast mezen en houtduiven ook trekvogels als zwartkop en tuinfluiter in zijn tuin neerstrijken om zich te voeden met bramen en bessen van taxus, kamperfoelie, vlier en kornoelje. Tuinen en parken fungeren zo als belangrijke 'tankstations' op weg naar overwinteringsgebieden rond de Middellandse Zee; tuinfluiters vliegen vaak zelfs door tot diep in Afrika. Ringonderzoek laat bovendien zien dat een deel van de zwartkoppen tegenwoordig in Groot-Brittannië overwintert — mede door milde winters en bijvoeren.

Gerritsen weegt zijn gevangen zwartkoppen om vetreserves te meten: in juni–augustus was het gemiddelde 17,5 gram, in september steeg dat naar 19,2 gram (+9%). Op 8 september ving hij een zwartkop van 24 gram, duidelijk maximaal opgevet. Op 4 september verscheen ook de eerste vuurgoudhaan — een kleine trekker van circa 5,5 gram uit Oost-Europa; de meeste trekken door, sommige overwinteren lokaal.

Begin september dook ook de eerste grote gele kwikstaart op, meestal broedend in Scandinavië langs stromend water maar op trek veel minder kieskeurig; zelfs platte daken met stilstaand regenwater kunnen voedselrijk zijn doordat muggennlarven daar voorkomen. Intussen bloeit de klimop, wat veel insecten aantrekt en tjiftjaffen onderhoudt; voor trekvogels draait alles nu om eten om snel verder te kunnen.

Gerritsen signaleert verder rijpende hulstbessen die aantrekkelijk worden voor koperwieken, zanglijsters en merels. Hij verwacht dat op gunstige dagen tienduizenden koperwieken van Noorwegen en Zweden de Noordzee zullen oversteken — een spectaculair fenomeen waar hij naar uitkijkt.

Tot slot waarschuwt hij voor mogelijke massale aantallen pimpelmezen afkomstig uit Baltische Staten en Scandinavië; vogeltrekstations als Ventes Ragas en Falsterbo melden soms duizenden per dag. In zijn eigen tuin ving hij al pimpelmezen met ringen uit Litouwen en Zweden. Medio oktober moet uit vervolgonderzoek blijken of veel Noord‑ of Oost‑Europese pimpelmezen ook onze voedersilo’s aandoen.