NU+ | Hulp in Gaza nog ver beneden peil: 'Bevolking wordt ziek van slecht brood'
In dit artikel:
Ruim een maand na het ingaan van het staakt‑het‑vuren blijft de humanitaire hulp in de Gazastrook ver onder de gemaakte verwachtingen. Hulporganisaties zoals Oxfam Novib, CARE en het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) melden dat toegangstekorten, bureaucratische belemmeringen en tegenwerking door Israël de levering van noodhulp ernstig beperken.
Slechts twee van de zes grensovergangen zijn open, waardoor veel hulp “mondjesmaat” binnenkomt. Israëlische coördinator COGAT communiceerde aanvankelijk niet meer via zijn portal en zegt inmiddels via sociale media dat er “honderden” vrachtwagens per dag binnenkomen. De VN registreert sinds 10 oktober echter gemiddeld 121 vrachtwagenladingen per dag — veel minder dan tijdens het vorige bestand, toen tot circa 5.000 vrachtwagens per week Gaza bereikten. De afspraak bij het huidige staakt‑het‑vuren was juist om minimaal dat eerdere niveau te halen.
Wat wel toeneemt zijn commerciële goederen in winkels en op markten, maar die zijn vaak te duur en niet geschikt voor zwaar ondervoede gezinnen of voor wederopbouw. Cruciale materialen en machines voor het herstel van infrastructuur komen nauwelijks binnen. Ook essentiële non-foodartikelen — tenten, winterkleding, pannen, beddengoed en matrassen — blijven grotendeels geblokkeerd; CARE schat de behoefte op 190.000 tenten, terwijl sinds het bestand maar zo’n 24.840 tenten zijn binnengekomen (8.000 via de officiële route).
Op onderdelen is er vooruitgang: Israël meldt dat het aantal bakkerijen is toegenomen van negen naar 22 en waterproductieplaatsen zijn hersteld, waardoor distributie per vrachtwagen verbeterd is. Hulpverleners waarschuwen echter dat broodkwaliteit en drinkwaterkwaliteit nog steeds problemen veroorzaken en dat voedsel en sanitaire tekorten ziekte en ondervoeding in de hand werken.
Internationale organisaties geven aan dat Israël secties van hulp weigert — mogelijk vanwege een eis om persoonsgegevens van Palestijnse medewerkers te delen — en dat ook organisaties die wel zijn geregistreerd te maken krijgen met langdurige douanechecks. Als reactie hebben sommige ngo’s hun programma’s aangepast, bijvoorbeeld door vouchers te verstrekken zodat inwoners zelf lokaal boodschappen kunnen doen.
Er heerst onzekerheid over wie de coördinatie van hulp op zich neemt. Amerikaanse media meldden dat een Civil‑Military Coordination Center taken van COGAT zou hebben overgenomen; dat zou de rol van de militaire coördinator verschuiven, maar concrete gevolgen blijven onduidelijk. Hulporganisaties en het ICRC benadrukken dat humanitaire hulp neutraal en bij voorkeur via de VN moet lopen, om politisering en militarisering van de hulpverlening te voorkomen.