NU+ | Als pride steeds meer een 'roze Koningsdag' wordt, is dat winst?

In dit artikel:

Tijdens de jaarlijkse pridevieringen in Nederland verschijnen er opvallend meer regenbogen als symbool van LHBTQIA+ zichtbaarheid en steun. Het dragen van een regenboogsymbool, bijvoorbeeld op een jas, kan voor LHBTQIA+-personen een teken van veiligheid en acceptatie zijn, zo benadrukken experts als Anna Berbers, universitair docent Communicatiewetenschappen, en Charlot Pierik van kennisinstituut Movisie. Zij leggen uit dat zulke visuele signalen een eerste stap zijn in het tonen van allyschap, maar dat echte steun vraagt om actie, zoals het bespreekbaar maken van homofobie en transfobie in de directe omgeving.

Ondanks het imago van Nederland als tolerant land, wijzen recente onderzoeken uit dat veel mensen nog terughoudend zijn tegenover trans personen als buren of als leraren van hun kinderen. Pierik benoemt ook dat regenboogsymbolen in openbare ruimtes, zoals in zogenoemde regenbooggemeenten, regelmatig worden beschadigd, wat wijst op onderliggende maatschappelijke spanningen. Naast vernielingen ervaren sommigen ook vermoeidheid over de zichtbaarheid van LHBTQIA+, een gevoel dat volgens Pierik het gesprek verdient, omdat het vaak voortkomt uit het idee dat zichtbaarheid ten koste gaat van anderen – een misvatting.

Pride wordt door de deskundigen niet alleen gezien als een feest, maar ook als een noodzakelijk protest tegen ongelijkheid en discriminatie. Berbers waarschuwt dat het gevaarlijk zou zijn pride enkel als een vrolijk evenement te beschouwen, omdat dan het belang van voortdurende activistische inzet onderschat wordt. De zichtbaarheid van LHBTQIA+ personen is nog relatief jong en onomkeerbaar, benadrukt Pierik, en het vraagt van de samenleving een voortdurende inspanning om inclusie en respect te bevorderen.