NS verliest mogelijk noordelijke treinlijnen: ministerie moet weer onderhandelen
In dit artikel:
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat opgedragen opnieuw met vervoerder Arriva te onderhandelen over treinconcessies in het noorden van Nederland. De rechter oordeelde dinsdag dat het ministerie de gesprekken te vroeg had afgebroken en eist dat de staatssecretaris meteen hervat en uiterlijk 8 december de uitkomst meldt.
Het gaat om ritten voor de concessieperiode 2025–2033, onder meer op de trajecten Zwolle–Groningen en Zwolle–Leeuwarden; Arriva rijdt daar vanaf december al sneltreinen en kan nu ook sprinters en stoptreinen toevoegen, wat de huidige exclusiviteit van NS zou aantasten. Het ministerie stopte de onderhandelingen omdat Arriva aanvankelijk geen garanties wilde geven en niet direct nieuw materieel wilde aanschaffen. Het CBb vond echter onvoldoende aantoonbaar risico dat de diensten daardoor in gevaar zouden komen en wees erop dat Arriva internationaal over extra materieel kan beschikken of dat financiële garanties konden worden onderhandeld.
Het ministerie overlegt nog over de uitspraak. Eerder dit jaar startte de Europese Commissie eveneens een procedure tegen de Nederlandse staat over het openstellen van spoortrajecten voor concurrerende vervoerders.