NPO lacht de belastingbetaler uit: 'Bezuiniging' is een wassen neus, want ze mogen het verlies gewoon terugverdienen met méér reclame!
In dit artikel:
De Tweede Kamer, onder druk van partijen als de PVV, stemde in met een bezuiniging van 50 miljoen euro op de NPO. Maar minister Eppo Moes (BBB) staat een maatregel toe die veel van die beoogde besparing weer compenseert: de maximale reclametijd van de publieke omroep wordt opgerekt van 8 naar 10 procent. Die extra commerciële blokken zouden de NPO naar schatting circa 12 miljoen euro opleveren, waardoor die zenderhuishouding minder hard geraakt wordt.
Critici zien hierin een verzachtende manoeuvre van politiek en ambtenarij: de publieke omroep blijft financieel op het staatsinfuus terwijl hij meer commerciële inkomsten genereert. Volgens tegenstanders ondermijnt dit de opdracht van de Publieke Omroep om programma’s te maken die de commerciële markt niet levert. In plaats daarvan zou de NPO steeds meer op commerciële formules lijken en concurreren met commerciële spelers als RTL en Talpa, terwijl hij dankzij publieke financiering nimmer het faillissementsrisico loopt. Dat zou volgens de kritiek marktvervalsing opleveren en reclamebudgetten weghalen bij commerciële media en kranten.
Ook speelt de zorg dat maatschappelijke boodschapreclames (bijvoorbeeld voor goede doelen en musea) in de langere reclamespots plaats maken voor reguliere commerciële advertenties, waarmee het publieke karakter van de zenders verder verwatert. Voorstanders van de bezuiniging vinden dat als de NPO minder geld krijgt, dat ook duidelijk tot minder zenders, programma’s en personeel moet leiden — bijvoorbeeld het schrappen van NPO 3, Radio 4 of een groot deel van de talkshows — in plaats van het toestaan van extra reclame als compenserende inkomstenstroom.
In bredere context tonen de tegenstanders opvattingen over culturele en politieke sturing van de publieke omroep: men verwijt de NPO een “woke”-agenda of politieke kleuring en pleit voor ingrijpende sanering of ontmanteling van onderdelen van Hilversum. Voorstanders van behoud benadrukken doorgaans de maatschappelijke functie van publieke media. De discussie raakt kernvragen over de financieringstaken van publieke omroepen, marktwerking met commerciële zenders en de toekomst van publieke media in een tijdperk van streaming, YouTube en podcasts.
Belangrijk voor verdere besluitvorming worden concrete effecten op advertentiemarkten, het aanbod van maatschappelijke reclame en welke zenders of programma’s daadwerkelijk uit of afgeslankt worden wanneer bezuinigingen in wetgeving worden vastgelegd.