Nota bene een Noor en een Amerikaan redden Nederland van schaatsschande
In dit artikel:
In Hamar op de wereldbeker leek Nederland zaterdag bijna het maximale aantal olympische startplaatsen voor de mannen te verliezen — maar op het nippertje viel alles toch in het voordeel van Oranje uit. Het draaide om de 5 kilometer: Nederland moest drie rijders in de top‑15 van het wereldbekerklassement hebben om negen startplekken voor Milaan veilig te stellen. Chris Huizinga en Jorrit Bergsma stonden al veilig, maar Beau Snellink stond vooraf slechts veertiende en had in Hamar zelf een teleurstellende rit (6.18,07) gereden, waardoor hij door snelle tijden van concurrenten ingehaald kon worden.
Tijdens de middag ontstond er grote spanning langs de baan. Een groep Nederlandse oud‑toppen en begeleiders — onder wie Gerard van Velde en Rintje Ritsma — juichte zelfs luid voor de Amerikaan Casey Dawson in de laatste rit, in de hoop dat hij of een ander rivaal de tijden van de directe concurrenten zou bedreigen. De reden: als zowel de Italiaan Riccardo Lorello als de Pool Vladimir Semirunniy Snellink zouden passeren in het klassement, zou Nederland terugvallen naar acht startplaatsen. De angst en onrust waren zichtbaar: stafleden en rijders hielden laptops en scenario’s bij om alle mogelijke uitkomsten door te rekenen.
Uiteindelijk waren de Nederlandse aanmoedigingen niet doorslaggevend. Niet Dawson, maar de Noor Sander Eitrem zorgde voor de beslissende beweging door Semirunniy van het podium te verdringen; daardoor bleef Snellink veertiende en bleef Nederland negen mannen toegekend krijgen voor de Spelen. Gevolg: opluchting bij rijders en staf — maar ook kritiek en frustratie dat de ploeg de controle over zo’n belangrijke uitkomst bijna uit handen gaf.
Freek van der Wart, lid van de KNSB‑selectiecommissie, benadrukte dat de internationale concurrentie is toegenomen en dat het twee jaar geleden al duidelijk was dat het lastig zou worden om altijd het maximale aantal plekken te behouden. Terwijl zaterdag dus met een sisser afliep, waarschuwde hij dat er nog een mogelijk struikelblok is: de ploegenachtervolging op zondag kan opnieuw gevolgen hebben voor quota en positie.
De gebeurtenis maakte ook de ongewone situatie zichtbaar dat het rijkste schaatsland ter wereld langs de kant ging juichen voor een buitenlander om eigen belangen te dienen — een situatie die sommige Nederlanders als onverteerbaar bestempelden. Buiten die nationale nasleep klonk er bovendien commentaar van internationale rijders over de toestand van langebaanschaatsen; de Noorse topper Peder Kongshaug signaleerde dat het internationaal niet overal goed gaat met de sport, een bredere context bij dit drama in Hamar.