Noorwegen en Haaland vernederen Italië nogmaals (1-4) en gaat swingend naar WK

In dit artikel:

Noorwegen beëindigde de WK-kwalificatie in stijl door Italië met 1-4 te verslaan in Milaan (San Siro). De wedstrijd vormde de kers op de taart van de foutloze campagne van de Noren; eerder wonnen ze al 3-0 in Oslo. Erling Haaland nam in de slotfase twee doelpunten voor zijn rekening en bracht zijn totaal in deze kwalificatie op zestien treffers, een evenaring van het door Robert Lewandowski gehouden record.

Italië had vooraf alleen op miraculeuze wijze nog zicht op rechtstreekse plaatsing: naast winst tegen Noorwegen had het nog een marge van minimaal negen doelpunten nodig. Die kans was theoretisch, maar praktisch onrealistisch. De Noren hadden deze cyclus als doelpuntenmachine gepresenteerd — onder meer een 11-1 tegen Moldavië en dubbele 5-0-overwinningen — en Haaland maakte voor aanvang van Milaan al veertien van Noorwegens 34 doelpunten.

In Milaan bracht Pio Esposito Italië vroeg op voorsprong, maar na de pauze kantelde de wedstrijd. Antonio Nusa maakte gelijk en daarna besliste Haaland met treffers op assists van Oscar Bobb en Alexander Sørloth. Jørgen Strand Larsen bepaalde in blessuretijd de eindstand op 1-4. Bondscoach Gennaro Gattuso had de vechtlust teruggebracht na het ontslag van voorganger Luciano Spalletti.

Italië krijgt nog één kans via de play-offs eind maart; de loting daarvoor stond gepland op donderdag. Historisch gezien hebben de Italianen Noorwegen al vaker op cruciale momenten uitgeschakeld bij WK’s (1938, 1994, 1998), iets wat extra motivatie kan zijn voor Noors coach Ståle Solbakken, die bij die laatste editie betrokken was.