Noors staatsfonds verkoopt belang in machinebouwer Caterpillar vanwege banden Israël
In dit artikel:
Het Noorse staatsinvesteringsfonds heeft zijn volledige belang van 2,1 miljard dollar in Caterpillar verkocht, omdat de ethische commissie van het fonds concludeert dat Israël de bulldozers van het Amerikaanse bedrijf inzet bij systematische schendingen van het internationaal humanitair recht. Het besluit volgt op beschuldigingen — onder meer door Human Rights Watch — dat Caterpillar-machines worden gebruikt bij de verwoesting van Palestijnse huizen en infrastructuur, onder andere in Rafah, en dat het bedrijf geen effectieve maatregelen heeft genomen om leveringen aan Israël te voorkomen.
Het fonds, met een portefeuille van ongeveer 2 biljoen dollar het grootste ter wereld, maakte ook bekend zijn posities in meerdere Israëlische banken te liquideren. In enkele weken tijd is bijna de helft van de Israëlische beleggingen van het fonds van de hand gedaan; per eind juni bedroeg de blootstelling aan genoemde banken ruim 660 miljoen dollar. De Noorse minister van Financiën, Jens Stoltenberg, zei dat hiermee een juiste balans rond het Israël-dossier is gevonden.
Caterpillar, uit Texas, is ’s werelds grootste producent van bouw- en mijnbouwmachines en haalde in 2023 circa 67 miljard dollar omzet. De afstoting valt samen met binnenlandse politieke spanningen in Noorwegen en internationale druk — met oog op komende parlementsverkiezingen op 8 september — waarin debat over het geweld in Gaza en de koers ten opzichte van Israël een belangrijke rol speelt.