Noodlijdende luchthavens van Deurne en Oostende vragen nog 9,5 miljoen euro subsidies aan Vlaamse regering

In dit artikel:

De Franse luchthavenuitbater Egis claimt nog 9,5 miljoen euro aan achterstallige Vlaamse subsidies voor de luchthavens van Deurne (Antwerpen) en Oostende. Dat blijkt uit cijfers opgevraagd door Groen-parlementslid Bogdan Vanden Berghe. Het bedrag betreft kosten voor beveiliging (scanners), veiligheid (inspectie landingsbanen) en brandweer, die Egis zegt te hebben gemaakt tussen 2020 en 2024: 3,3 miljoen voor Deurne en 6,2 miljoen voor Oostende.

Vlaams minister van Mobiliteit Annick De Ridder (N-VA) antwoordt dat uitbetaling niet kan omdat de gevraagde bedragen de maxima uit een subsidieovereenkomst uit 2013 overschrijden. Die overeenkomst liep formeel af in 2019; over een vernieuwde overeenkomst wordt wel onderhandeld, maar er is nog geen nieuwe deal afgerond. Tot dan blijft volgens de minister de oude regeling van kracht. Egis heeft de vorderingen echter in haar jaarrekening als 'vorderingen op één jaar' gezet, wat aangeeft dat de uitbater redelijkerwijs verwacht dat het geld zal binnenkomen.

Experts en onderzoek maken het probleem urgent: eerder onderzoek van VRT NWS en De Standaard toonde al aan dat Deurne financieel kwetsbaar is. Ingrid De Poorter (UGent) waarschuwt dat het wegvallen van de subsidies de totale activa van de uitbater fors kan doen dalen en mogelijk naar insolvabiliteit of faillissement kan leiden tenzij nieuw kapitaal wordt aangetrokken. Vanden Berghe zegt dat de uitbater lijkt te rekenen op een nieuwe overeenkomst die de vorderingen met terugwerkende kracht dekt.

De kwestie wordt vanmiddag besproken in de commissie Mobiliteit van het Vlaams Parlement; er vinden hoorzittingen plaats waarbij onder meer de luchthavenuitbater gehoord wordt.