Noodlijdende Duitse autobouwers willen behoud brandstofauto, Nederland kijkt met argusogen naar topoverleg in Berlijn
In dit artikel:
Duitse autobouwers vragen om uitstel van het geplande verbod op nieuwe auto’s met verbrandingsmotoren in 2035. Ze waarschuwen dat de snelle transitie naar elektrische voertuigen zonder aanvullende steun tot massale banenverlies in de Duitse toeleveringsketen kan leiden en de concurrentiepositie van Europese producenten ondermijnt, vooral tegenover betaalbare elektrische auto's uit China.
De discussie speelt zich af in Europa en wordt gevoed door zorgen over kosten en investeringstijdlijnen: fabrikanten en leveranciers moeten grote bedragen besteden aan elektrificatie, terwijl markt en infrastructuur (zoals laadinfrastructuur en binnenlandse batterijproductie) nog niet overal op gelijke wijze zijn ontwikkeld. Vooral in regio’s met veel toeleveranciers levert dat politieke druk op Duitse politici om uitzonderingen of compensatiemaatregelen te bedingen.
Voor werknemers betekent uitstel mogelijk meer tijd voor omscholing en het geleidelijk vervangen van productieprocessen, maar het vergroot ook de kans dat bedrijven hun investeringen uitstellen of verplaatsen. Voor investeerders creëert onzekerheid rond regelgeving en marktaandeel: inconsistent beleid kan het vertrouwen schaden en de Europese automarkt minder aantrekkelijk maken voor kapitaal en innovatie.
De breder gevolgde vraag is of uitstel de transitie naar emissievrije mobiliteit vertraagt en daarmee klimaatdoelen ondermijnt. Alternatieven die worden genoemd zijn technische neutraliteit (bv. ook inzet van e‑brandstoffen), flexibele overgangsregimes, en gerichte industriële steun: subsidies voor batterijproductie, investeringen in laadnetwerken en programma’s voor omscholing van personeel.
Kortom: Duitse autobouwers willen meer tijd en beleidsmatige bescherming om de economische en sociale risico’s van de omschakeling te verkleinen. De uitkomst van het debat heeft grote gevolgen voor werkgelegenheid in Duitsland, het vertrouwen van investeerders in Europese maakindustrie en de snelheid waarmee Europa kan elektrificeren in het licht van mondiale concurrentie, met name uit China.