Nóg meer windmolens, warmtepompen en elektrische auto's mag voor het volgende kabinet geen optie zijn

donderdag, 6 november 2025 (05:55) - Wynia's Week

In dit artikel:

D66 is als verrassende winnaar van de Tweede Kamerverkiezingen de trekker van de kabinetsformatie en staat voor beslissingen die de Nederlandse energie- en klimaatagenda de komende jaren moeten bepalen. De partij wil vooral woningen energiezuiniger maken, met prioriteit voor lagere inkomens, en ziet het versterken van het elektriciteitsnet als hoogste prioriteit. Dat past bij een brede maatschappelijke zorg: oudere, slecht geïsoleerde huur- en koopwoningen kunnen relatief veel energie, CO2 en geld besparen en worden vaak bewoond door mensen met minder draagkracht.

De auteur waarschuwt echter dat de huidige koers — grote subsidiering van wind op zee, warmtepompen en elektrische auto’s — de problemen juist vergroot. Extra variabele wind- en zonne-energie, plus massale elektrificatie van vervoer en verwarming, leidt volgens betoog tot toenemende netcongestie en afnemende leveringszekerheid. Netverzwaring en extra hoogspanningsverbindingen gaan te langzaam; er zijn bovendien schaarse technici nodig die nu grotendeels aan het bouwen van gesubsidieerde windparken werken. Daarom pleit de auteur voor een beleidsomslag: niet alleen toenemende stroomproductie maar vooral structureel lager stroomverbruik nastreven — vergelijkbaar met het verminderen van verkeersdrukte door minder auto's in plaats van eindeloos meer wegen aanleggen.

Concrete beleidsadviezen in de tekst: opschorten van subsidies die de elektrificatie versnellen (warmtepompen, EV's), industrie stimuleren om minder elektriciteit te gebruiken, en zo miljarden aan uitgaven besparen en netcongestie sterk verminderen. De auteur betoogt ook dat extra elektriciteit de komende tien jaar grotendeels met aardgas zal moeten worden opgewekt — want wind en zon reageren niet op vraag, er komen geen grootschalige batterijen, waterstoffabrieken of nieuwe kerncentrales vóór 2035 — waardoor de CO2-winst van snelle elektrificatie beperkt blijft.

Positief beoordeeld wordt dat D66 openstaat voor kernenergie en wil stoppen met houtverbranding; dat laatste is volgens de schrijver schadelijk voor biodiversiteit en levert netto geen CO2-winst op. Minder begrip is er voor D66’s pleidooi om “fossiele subsidies” af te bouwen en voor heldere einddata voor ‘fossiele technieken’: de auteur stelt dat fossiele brandstoffen in Nederland juist zwaar belast worden en dat de term ‘fossiele technieken’ onduidelijk en onpraktisch is. Strenge nationale verboden kunnen bedrijven wegjagen; daarom is volgens het stuk harmonisatie binnen Europa en het afschaffen van de Nederlandse, marktverstorende industriële CO2-heffing essentieel om investeringen niet te schaden.

De slotboodschap is dubbel: de nieuwe coalitie staat voor een lastige maar kansenrijke taak — met verstandig beleid kan energie weer betrouwbaar en betaalbaar worden, netaansluitingen sneller, houtstook stoppen en natuur- en dierwelzijn in en rond de Noordzee herstellen. Tenslotte corrigeert de auteur een eerdere fout in Wynia’s Week over cijfers rond houtkap en -verbranding.