Nog één kans om indruk te maken: volop spanning voor shorttrackers in Dordrecht

In dit artikel:

In Dordrecht strijden Nederlandse shorttrackers dit weekend om de laatste olympische startbewijzen en om een plek in de ploeg die in februari naar Milaan (Milan-Cortina 2026) gaat. Voor het publiek op de thuisbaan staat vooral de 1.500 meter centraal: bij de vrouwen heeft Nederland al twee quota, maar een goede afronding kan een derde ticket opleveren. Bij de mannen zijn alvast drie internationale quota veilig, maar de definitieve bezetting van die drie plekken moet nog door bondscoach Niels Kerstholt en de KNSB-selectiecommissie worden bepaald.

De 20-jarige Zoë Deltrap pakte vrijdag een belangrijke halvefinaleplaats op de 1.500 m, waardoor de kans groot is dat Nederland een derde startplek krijgt en Deltrap zichzelf in de kijker zette. Dat is cruciaal, want medailles op World Tour-wedstrijden leiden vrijwel automatisch tot selectie; zonder topresultaten beslist de commissie. Ook de mogelijkheden van Suzanne Schulting op de langebaan spelen mee: als zij zich niet plaatst, kan zij mogelijk terugkeren naar het shorttrack en meedingen naar een 1.500 m-ticket.

Bij de mannen strijden Itzhak de Laat (31) en Friso Emons (27) om wie de derde olympische startplek en een plek in de relay bemachtigt. De Laat, die na dit seizoen waarschijnlijk stopt, wil de Spelen als een mooi slotakkoord; Emons moest de eerste World Tour-wedstrijden missen en voelt extra druk om nu te presteren. Beide benadrukken dat de relay-plaatsing en hun directe prestaties bepalend zijn voor selectie.

Kortom: twee spannende dagen in Dordrecht waarin individuele prestaties, relay-rollen en beslissingen van de bondscoach bepalen welke schaatsers Nederland naar de Olympische shorttrackwedstrijden stuurt.