Nobelprijs voor Economie naar onderzoekers van voorwaarden voor langdurige economische groei
In dit artikel:
Drie economen — de Israëlisch-Amerikaanse Joel Mokyr, de Fransman Philippe Aghion en de Canadees Peter Howitt — delen dit jaar de Prijs van de Zweedse Rijksbank voor de Economische Wetenschappen ter nagedachtenis aan Alfred Nobel. Bij de uitreiking benadrukte voorzitter Jon Hassler dat aanhoudende economische groei cruciaal is voor de samenleving; pas sinds ongeveer twee eeuwen is de levensstandaard in veel regio’s sterk verbeterd.
Mokyr, geboren in 1946 in Leiden als zoon van Holocaust-overlevenden, groeide op in Haifa en bouwde een loopbaan op in de Verenigde Staten; hij doceert sinds 1994 aan Northwestern University. Zijn werk legt uit welke voorwaarden langdurige groei mogelijk maken: niet alleen nieuwe uitvindingen, maar ook begrip van waarom iets werkt, vakbekwame ingenieurs en een maatschappij die verandering accepteert.
Aghion en Howitt voegden een theoretisch model toe waarin ‘creatieve destructie’ centraal staat: innovatie stimuleert groei maar vervangt vaak bestaande technologieën. Zij waarschuwen dat beleid zowel innovatie moet bevorderen als sociale vangnetten moet bieden voor de verliezende groepen. De prijs wordt door de Zweedse centrale bank toegekend en wordt vaak de Nobelprijs voor de Economie genoemd, hoewel het geen prijs van het Nobelcomité zelf is.