Nisrine Mbarki Ben Ayad: 'We zijn nooit alleen leuk of lief. We zijn ook altijd gruwelijk'

maandag, 1 december 2025 (18:29) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

Nisrine Mbarki Ben Ayad, dichter, schrijver en programmamaker, publiceerde dit jaar haar eerste roman Kookpunt, een bundel van zeven met elkaar verbonden verhalen die zich afspelen tussen 1961 en 2061. De episodes voeren de lezer van Damascus en Dien Bien Phu naar Utrecht en Slotervaart en onderzoeken hoe koloniale geschiedenis persoonlijke levens en relaties blijvend kleurt. Personages en locaties keren subtiel in elkaar terug — een hoofdpersoon uit het eerste verhaal duikt bijvoorbeeld vijftig jaar later opnieuw op — iets wat tijdens het schrijfproces onverwacht zichtbaar werd voor Ben Ayad.

In Kookpunt staan de erfenis van kolonialisme en de veerkracht en complexiteit van menselijke verbondenheid centraal. Figuren als Aziz uit Slotervaart — wiens vader in een vreemdelingeninrichting zat — en Bern in Utrecht — met een Palestijns-Libanese vader en een vrouw uit Damascus — illustreren hoe collectieve en familiale geschiedenis het dagelijkse leven binnendringt. Ben Ayad schrijft bewust vanuit stemmen die eerder aan de rand zijn gehouden; dat perspectief bepaalt mede de zichtbaarheid van het verleden in haar werk.

Schrijven is voor haar niet gebonden aan één vorm: poëzie, theater of proza volgen de inhoud. Kookpunt ontstond uit dat proces, niet uit een vooraf gekozen genre. Ook meertaligheid is fundamenteel: Arabisch, Frans, Tamazight en Nederlands bestaan volgens haar naast elkaar in het schrijfproces en zullen naar verwachting alleen maar prominenter worden. Ze merkt dat ze speelser is in het Engels, grappiger in Darija en serieuzer in het Nederlands — taal keert daarmee ook als persoonlijkheid terug.

Lezers krijgen verder een inkijk in haar literaire voorkeuren: onder anderen Safae El Khannoussi, Mohamed Mbougar Sarr, Julio Cortázar en Etel Adnan werken inspirerend voor haar. Cortázar roept zelfs de wens op om met een axolotl te spreken — een gedachte-experiment om menselijkheid te relativeren. Ben Ayad leest veel tegelijk, inclusief hedendaagse essays en boeken over botanica; haar belangstelling voor botanische tuinen voedt ook haar schrijven.

Als vertaler voelt ze verantwoordelijkheid: vertalingen van Arabischtalige poëzie worden vaak georkestreerd naar westerse verwachtingen — archaïscher en exotischer dan het origineel — en reproduceren stereotyperingen. Geïnspireerd door denkers als Édouard Glissant streeft ze ernaar vertalingen te dekoloniseren en opaciteit te respecteren. Ze vertaalt onder andere het werk van de Palestijnse dichteres Asmaa Azaizeh en trekt vertalingen terug als ze er niet achter staat.

Haar schrijfplek is een stil atelier, met uitzicht op bomen en vogels; zij balanceert een liefde voor de stad met de behoefte aan natuur. Een persoonlijk historisch moment dat haar bleef bijblijven is het meemaken van de Arabische Lente in Egypte, een ervaring die ze beschrijft als een pulserende energie.