Nieuwste lichting rijksmonumenten is piepjong, soms lelijk, maar altijd betekenisvol

dinsdag, 9 september 2025 (19:07) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft vijftien gebouwen uit de periode 1965–1990 aangekondigd als voorgenomen rijksmonument. De bekendmaking — toevallig op de dag vlak voor Open Monumentendag — betekent dat de minister een wettelijke procedure in gang zet; de panden zijn nog niet definitief beschermd en belanghebbenden kunnen bezwaar indienen. Als de status eenmaal rond is, zijn ingrijpende wijzigingen alleen toegestaan na toestemming van het college van burgemeester en wethouders, ook voor binnenaanpassingen of gevelbehandelingen.

De geselecteerde objecten vertegenwoordigen de zogeheten Post-65-periode, toen in Nederland grootschalige vernieuwing en maatschappelijke veranderingen plaatsvonden en ongeveer vier miljoen gebouwen werden neergezet. De selectie was daarmee geen eenvoudige opgave: de Rijksdienst hanteerde vaste criteria zoals architectuurhistorische waarde, zeldzaamheid en gaafheid, en keek extra naar gebouwen die illustratief zijn voor maatschappelijke ontwikkelingen.

Enkele voorbeelden uit de lijst typeren de diversiteit van die periode. Buurtcentrum De Musketon in Utrecht wordt benoemd niet vanwege esthetische hoogtepunten maar omdat het de opkomst van lokaal welzijnswerk en bewonersparticipatie belichaamt. Het Gebouw voor Elektrotechniek op de TU Delft — een 90 meter hoge toren — staat voor de schaalvergroting van het hoger onderwijs na de oorlog. In Mildam (Friesland) is de Ecokathedraal van Louis Le Roy opgenomen: een landschaps- en bouwpuinproject waar natuur geleidelijk bezit moest nemen, bedacht als een kathedraal die over eeuwen zou rijpen. De Yunus Emre-moskee in Almelo, de eerste in Nederland met minaret en koepel, symboliseert de emancipatie van nieuwere bevolkingsgroepen; de aanwijzing kan voor sommige christenen gevoelig liggen, maar wordt vanuit erfgoedperspectief verdedigd. De Emmaüskerk in Nieuwegein van Ton Alberts illustreert de nieuwe, laagdrempelige kerkenbouw van na 1965.

De Rijksdienst benadrukt dat het niet om ‘mooi of lelijk’ gaat maar om maatschappelijke betekenis en context: ook ogenschijnlijk robuuste of sobere gebouwen (zoals het betonnen stadhuis in Terneuzen van Jaap Bakema) krijgen waardering zodra hun bedoeling en functie worden begrepen.