Nieuwe weeffout in pensioenwet: invaren leidt tot willekeur
In dit artikel:
Een technisch tekort in de Wet toekomst pensioenen (WTP) leidt tot groeiende onrust: bij het invaren — het omzetten van opgebouwde pensioenrechten naar een persoonlijk kapitaal — ontstaan door het gebruik van de actuele marktrente grote, willekeurige verschillen tussen deelnemers. Pensioenexperts Roel Moradi en Remco Oosterveld waarschuwen dat de uitkomsten per fonds, per moment en per persoon flink uiteen kunnen lopen; in sommige gevallen tot meer dan het dubbele, terwijl betrokkenen exact dezelfde loopbaan en inleg hebben gehad.
Hoe het misgaat: bestaande pensioenrechten worden bij invaren omgerekend met een rente die is afgeleid van de marktrente op dat specifieke moment. Door schommelingen in die rente kunnen mensen die toevallig op een moment met hogere rente worden ingevaren aanzienlijk meer kapitaal (en later inkomen) krijgen dan wie in een periode met lage rente aan de beurt is. Een praktisch voorbeeld: in 2024 was voor waardeoverdrachten een vaste rekenrente van 3,16% vastgesteld; kort daarna viel de marktrente sterk terug, waardoor recente overdrachten veel meer waard bleken dan latere. Voor 2026 staat de rekenrente op 2,954%; als de rente opnieuw daalt, blijft het probleem actueel.
De gevolgen zijn zowel financieel als maatschappelijk gevoelig. De willekeur ondermijnt het principe van gelijke behandeling en schaadt het vertrouwen van deelnemers; mensen zonder technische kennis kunnen denken dat hun fonds hen benadeelt, terwijl het puur toeval van timing is. Ook bemoeilijkt de huidige werkwijze tijdige communicatie: fondsen wachten vaak tot kort voor invaren (soms maar één tot drie maanden) om deelnemers concrete bedragen te geven.
Moradi en Oosterveld stellen een eenvoudige reparatie voor: gebruik in plaats van de actuele marktrente een tienjaars gemiddelde rente bij de omrekening. Dat simuleert dat aanspraken geleidelijk over tijd worden omgezet en voorkomt dat één willekeurige dag de uitkomst bepaalt. Een langer gemiddelde maakt de berekeningen stabieler, verkleint verschillen tussen deelnemers en maakt vroegtijdige en transparante communicatie door fondsen haalbaarder.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) wees eerder het verzoek van de sector af om waardeoverdrachten tijdelijk te bevriezen tijdens de transitie; de toezichthouder wil dat deelnemers blijven kunnen handelen. Moradi pleit ervoor deze keuze te heroverwegen. Ook politici zoals Agnes Joseph en Peter van der Nat hadden al voor soortgelijke aandacht gepleit, maar zonder ingrijpen.
Met de transitie richting 2028 in zicht groeit de druk om deze ‘weeffout’ te herstellen. Deskundigen benadrukken dat het geen detail is: zolang de hoogte van iemands pensioen afhangt van de marktrente op één willekeurige dag, blijft de geloofwaardigheid van het nieuwe stelsel kwetsbaar.