Nieuwe Tweede Kamer niet in alle opzichten goede afspiegeling van bevolking
In dit artikel:
Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 29 oktober (bijna 80% opkomst) kregen kiezers een Kamer van 150 zetels; de nieuwgekozen parlementariërs werden twee weken later geïnstalleerd en de Kiesraad constateerde dat de stemming eerlijk verliep. Toch blijkt de Kamer geen nauwkeurige weerspiegeling van de Nederlandse samenleving als het gaat om regio, opleiding, gender en leeftijd.
Regionale vertegenwoordigingsproblemen: de Randstad levert in absolute en relatieve zin het meeste Kamerleden. Zuid-Holland komt uit op ongeveer 1,3 Kamerleden per 100.000 inwoners, terwijl provincies als Noord-Brabant en Drenthe slechts rond 0,4 per 100.000 scoren. Partijen benadrukken weliswaar het belang van regionale spreiding, maar kleine zetelaantallen (veel partijen hebben geen dubbele cijfers aan zetels) maken het praktisch onmogelijk om alle provincies evenredig te laten terugkomen.
Opleiding: het parlement is sterk hoger opgeleid; 86% van de Kamerleden heeft een afgeronde hbo- of wo-opleiding, tegenover circa 40% in de bevolking. Dat roept vragen op over de aansluiting tussen theoretisch geschoolde politici en burgers met meer praktische opleidingen.
Gender: vrouwen vormen iets meer dan de helft van de bevolking, maar in de Kamer staan 65 vrouwen tegenover 84 mannen en één lid dat zich non-binair noemt. Het aantal vrouwen in de Kamer is historisch hoog; voorkeurstemmen speelden daarbij een rol: enkele vrouwen klommen doordat kiezers hen bewust onderaan lijsten ondersteunden, bleek uit analyses van belangenorganisaties.
Leeftijd: de Kamer is relatief jonger dan de volwassen bevolking. Terwijl ongeveer de helft van de Nederlanders 50-plus is, geldt dat voor slechts 38% van de Kamerleden. De oudste actieve kamerleden zijn begin 70 (o.a. PVV’er Raymond de Roon), de jongste is 27 (CDA’er Etkin Armut); het parlement nam recent afscheid van een 80-jarige PVV’er. Ook bij 50PLUS zitten oudere vertegenwoordigers (Jan Struijs 66, Corrie van Brenk 64).
Tot slot telt de nieuwe Kamer weer vijftien fracties, zoals voor de verkiezingen; nieuw is de terugkeer van 50PLUS, terwijl NSC verdween. De scheeftrekkingen laten zien dat het Nederlandse stelsel wél proportionele zetelverdeling over partijen garandeert, maar niet automatisch een evenwichtige weerspiegeling van regio’s, opleidingsachtergronden, geslacht en leeftijd oplevert.