Nieuwe pilot markeert stap naar grootschalig herstel van oesterriffen in de Noordzee
In dit artikel:
Op 2 september 2025 worden in de haven van Rotterdam minstens een half miljoen platte oesters uitgezet als eerste proef van een nieuw pilotproject dat natuurherstel koppelt aan maritieme infrastructuur. Het initiatief introduceert de zogenaamde remote setting‑methode: oesterlarven worden in een broedhuis opgekweekt, in zeecontainers met zeewater en stenen geplaatst vlak bij de kust, waar ze binnen enkele dagen aan de stenen hechten. Na enkele weken worden die met jonge oesters beladen stenen op schepen gezet en op locaties in de Noordzee gedeponeerd.
Het doel is riffen van platte oesters op grote schaal terug te brengen door ze al tijdens ontwerp, bouw of onderhoud van platformen, windturbines, kabels en golfbrekers te “meenemen”. Oesterriffen vergroten biodiversiteit, bieden leefruimte voor veel soorten en verbeteren de waterkwaliteit door te filteren; zij verdwenen grotendeels door overbevissing, vervuiling en ziekten. De pilot onderzoekt de overleving en groei van de uitgezette oesters in de maanden na uitzetting en test ook of geluiden van bestaande riffen de vestiging stimuleren — waarmee akoestische signalen mogelijk gebruikt kunnen worden om succes te vergroten. Volgend jaar staat een proef gepland bij een kabelkruising van TenneT op open zee.
Het project is een samenwerking van negen partners: Wageningen Marine Research, Wageningen Universiteit, ARK Rewilding Nederland, Stichting Zeeschelp, Waardenburg Ecology, Van Oord (Ocean Health), TenneT, Havenbedrijf Rotterdam en De Rijke Noordzee (Stichting De Noordzee en Natuur & Milieu). Zij werken drie jaar samen om de methode te verfijnen. Als de aanpak modulair, flexibel en kostenefficiënt blijkt, kan zij op uiteenlopende schaal en locaties worden toegepast, waarmee maritieme bouwprojecten een structurele bijdrage zouden kunnen leveren aan het herstel van de Noordzee‑ecosystemen.