Nieuwe mokerslag voor energiereus Orsted, nu regering-Trump de bouw van een windpark stillegt
In dit artikel:
Het Deense energiebedrijf Ørsted, ooit gevierd als koploper van de offshore-windindustrie, ziet zijn koers sinds de top in 2021 bijna volledig wegsmelten — inmiddels bijna 90 procent verlies — en wordt door een opeenstapeling van financiële, beleids- en geopolitieke tegenslagen hard geraakt.
Wat er recent gebeurde: twee weken geleden kondigde Ørsted een aandelenemissie aan van 60 miljard Deense kroon (ruim 8 miljard euro) om zijn verzwakte financiële positie te versterken. Beleggers reageerden fel negatief; de koers kelderde toen al. Daarbovenop legde de Amerikaanse regering onder Donald Trump deze week de bouw stil van Revolution Wind, een bijna voltooid windpark voor de kust van Rhode Island waarin Ørsted voor de helft participeert (waarde circa 1,5 miljard dollar). Die stap — deels geduid als zakelijke motivering, deels als politiek drukmiddel in het conflict rond Groenland — zorgde voor een nieuwe schokgolf op de beurs en verscherpte spanningen tussen Denemarken en de VS. Denemarken is bovendien grootaandeelhouder van Ørsted.
De problemen van Ørsted beperken zich niet tot Amerika. In Noordwest-Europa stokt de uitrol van offshore-wind: aanbestedingen worden uitgesteld of gecanceld (ook in Nederland), in Duitsland kwamen in augustus geen biedingen binnen voor een Noordzeeproject, en in het VK moest Ørsted in mei een groot project schrappen vanwege sterk oplopende kosten. De combinatie van een wereldwijde energiecrisis, hoge inflatie en stijgende rente heeft projectkosten en financiering fors duurder gemaakt, waardoor veel projecten onhaalbaar lijken zonder extra overheidssubsidies of aangepaste voorwaarden.
Tegelijkertijd floreerden traditionele olie- en gasbedrijven de afgelopen jaren, wat het relatieve investeerdersvertrouwen in hernieuwbare spelers verder aantastte. Toch is Ørsted niet failliet: in de eerste helft van het jaar rapporteerde het bedrijf nog een winst van ongeveer 1,1 miljard euro. De situatie illustreert echter hoe kwetsbaar grootschalige offshore-windprojecten zijn voor kosteninflatie, politieke besluitvorming en geopolitieke spanningen — en hoe onzeker de energietransitie kan zijn als markt en politiek niet goed op elkaar aansluiten.