Nieuwe leider GroenLinks-PvdA krijgt rampenpakket: fusie wankelt, verhaal ontbreekt, kiezers haken af
In dit artikel:
Maandag kiest GroenLinks-PvdA een nieuwe partijleider, maar die treft een organisatie met een wezenlijk identiteitstekort, een teleurgestelde achterban en een fusie die al voor het eerst serieuze verkiezingsverlies liet zien. De nederlaag van oktober legde bloot dat de samensmelting van twee uiteenlopende electoraten niet goed gelukt is: kiezers vragen zich af of de partij nog voor arbeiders of voor activisten spreekt, voor praktische herverdeling of voor moreel optreden.
Onderzoek van politicoloog Matthijs Rooduijn en Nu.nl laat zien dat de achterban sterk is verschoven richting hoogopgeleide, stedelijke kiezers met vertrouwen in beleid en migratieoptimisme — een proces dat Rooduijn samenvat als een “GroenLinksificatie”. Veel traditionele PvdA-stemmers — bouwvakkers, verpleegkundigen en andere werkers — zijn verdwenen; wat rest zijn beleidsadviseurs, klimaatactivisten, ambtenaren en kiezers die meer naar D66 neigen.
De pijnpunten zijn structureel: decennialange spanning tussen sociaaldemocratische prioriteit van werk en herverdeling enerzijds en ecologisch idealisme en activistische cultuurpolitiek anderzijds is door de fusie scherper geworden. Waar de PvdA ooit landelijk sterk stond, is GroenLinks-PvdA nu vooral een Randstad-partij: grootstedelijke wijken en universiteitsmilieus, maar bijna onzichtbaar in dorpen en provincieplaatsen.
Afgerekend op verkiezingen, heeft de partij haar verbindende ambitie niet waargemaakt. Het vertrek van Frans Timmermans verlicht de problemen niet; zonder heldere keuzes over wie ze wil vertegenwoordigen en welke kernideologie ze kiest, blijft GroenLinks-PvdA een vage mix die congresapplaus kan oogsten maar geen brede stemmen. De conclusie van de analyse: wie probeert iedereen te zijn, loopt het risico uiteindelijk door niemand gekozen te worden.