Nieuwe generatie oldtimers uit jaren 80 en 90 razend populair: 'Een nette Peugeot 205 GTI kost tegenwoordig 25.000 euro'
In dit artikel:
De hobby voor klassieke auto’s verschuift: jongeren en veertigers richten zich steeds vaker op modellen uit de jaren tachtig en negentig in plaats van op de traditionele pre‑war en vijftigerjaren‑klassiekers. Deze ‘nieuwe generatie oldtimers’ omvat compacte sportieve hatchbacks en coupés waarvan de rijbeleving, het ontwerp en de scherpere lijnen aanspreken. In Nederland (en breder in Europa) stijgt de vraag en daarmee de prijzen: een nette Peugeot 205 GTI kost tegenwoordig rond de 25.000 euro.
Redenen voor de populariteit zijn nostalgie bij bestuurders die in die periode opgroeiden, de relatief toegankelijke techniek en onderdelen, en het directe rijgevoel zonder moderne elektronica. Online gemeenschappen, evenementen en gespecialiseerde aanbieders verstevigen de markt. Tegelijk ontstaat er speculatie: schaarste en groeiende interesse drijven waarde op, wat restauratie en behoud aantrekkelijk maakt maar ook de instapdrempel verhoogt.
Voor de toekomst speelt beleid een rol: strengere emissieregels en parkeernormen kunnen invloed hebben op bezit en gebruik, terwijl liefhebbers juist investeren in onderhoud, originele staat of moderne aanpassingen (restomods) om rijplezier en bruikbaarheid te combineren. Kortom: klassieke automobielen krijgen een nieuw gezicht met modellen uit de jaren 80/90 die van jongere verzamelaars verzamelobjecten en rijdersmaatjes worden.