Nieuwe Gelderse monitoringsplannen om natuurherstel te volgen

zaterdag, 23 augustus 2025 (10:05) - NatureToday.nl

In dit artikel:

Provincie Gelderland breidt de monitoring in Natura 2000-gebieden uit met meetprogramma’s voor omgevingscondities, omdat klassieke natuurmonitoring (soorten en habitattypen) vaak te traag inzicht geeft in de effecten van herstelmaatregelen. De provincie presenteert tien eerste monitoringsplannen die vooral kijken naar de abiotiek: waterkwaliteit, waterstanden, bodemchemie en externe drukfactoren zoals vervuild grondwater buiten het reservaat.

Als voorbeeld wordt het Korenburgerveen bij Winterswijk aangehaald, waar provincie, Natuurmonumenten en Stichting Marke Vragenderveen samen maatregelen namen tegen verdroging. Door water langer vast te houden in de kern en meer invloed van grondwater aan de randen is daar levend hoogveen terug aan het groeien: stabiele hoge waterstanden, uitbreiding van bultvormende veenmossen en terugkeer van soorten zoals grote boterbloem en kraanvogels die gaan broeden. Tegelijk vormt een stijgende nitraatconcentratie in het grondwater een risico: uitspoeling uit omliggende gronden verhoogt ook sulfaatwaarden en kan op termijn de veenvegetatie aantasten.

Tot nu toe richtte de Nederlandse monitoring zich primair op het volgen van soorten en habitattrends, en werd via PAS-procesindicatoren geprobeerd effecten van maatregelen vast te stellen. Dat bleek moeilijk te koppelen aan afzonderlijke acties; belangrijker is of het hele systeem herstelt. De nieuwe aanpak meet daarom het natuurlijke systeem als geheel en alle habitattypen, niet alleen de stikstofgevoelige, zodat sneller wordt gezien of beheersmaatregelen het gewenste effect hebben en waar bijsturing nodig is.

Gelderland noemt dit een vorm van ‘early warning’: hoog nitraat of veranderde bodemchemie komt eerder aan het licht, waarna bronnen en oplossingen onderzocht kunnen worden. Omgekeerd kan beheersbeleid worden aangepast als abioticaparameters onverwachte kansen bieden (bijvoorbeeld meer basen die andere beheervormen vereisen). De methode krijgt landelijke navolging binnen het Verbeterprogramma VHR-monitoring en moet helpen bij het behalen van de Natura 2000-doelen.