Nieuwe doodhoutkevers voelen zich thuis in het Harderbos, het 'oerbos van de toekomst'

maandag, 1 december 2025 (10:05) - NatureToday.nl

In dit artikel:

In oostelijk Flevoland is het relatief jonge Harderbos verrassend rijk aan kevers die afhankelijk zijn van dood hout. EIS Kenniscentrum Insecten onderzocht dit jaar in opdracht van Natuurmonumenten welke doodhoutkevers er voorkomen en vergeleek de vondsten met monstername in het nabijgelegen Reve‑Abbertbos (Staatsbosbeheer), waar nog reguliere houtoogst plaatsvindt. Samen leverden beide bossen 160 keversoorten op, waarvan 85 strikt gebonden zijn aan rottend hout of schimmels van dode bomen.

Het Harderbos werd vanaf de jaren 1960 aangeplant op vruchtbare zeeklei als productiebos en wordt sinds de jaren 1990 vanuit ecologisch oogpunt beheerd; de laatste jaren wordt er geen hout meer geoogst. Beheer richt zich op structuur, leeftijdsopbouw en soortenmix, met hulp van grazers zoals taurossen en Exmoorponies, die de bosstructuur positief beïnvloeden. Door de snelle groeisnelheid op de polderbodem ontstaat relatief snel veel dood hout, wat mogelijkheden biedt voor soorten die aan verschillende doodhouthabitats gebonden zijn.

Belangrijke resultaten: in totaal zijn veertig keversoorten aangetroffen die nog niet eerder in Flevoland waren geregistreerd; 33 daarvan zijn doodhoutspecialisten. Onder de vondsten zijn onder meer Pediacus dermestoides, Saperda scalaris (ladderboktor) en de recent in Nederland beschreven Synchita undata. Bovendien werden twee doodhoutgebonden kevers ontdekt die nog niet eerder uit Nederland bekend waren — een spiegelkever en een kortschildkever — beide roofzuchtig onder schors van dode bomen.

Hoewel het Harderbos iets meer soorten herbergde dan het Reve‑Abbertbos, is het verschil in soortenrijkdom nu beperkt. De samenstelling hangt sterk af van de dominante boomsoort: sparren‑ en beukenpercelen boden iets meer soorten (respectievelijk 31 en 34) dan populierenpercelen (28), maar elk bostype heeft een eigen, aanvullende doodhoutfauna. Dat wijst op het belang van variatie in boomsoorten en bostypen voor een complete biodiversiteit.

De aanwezigheid van vele jongdoodhoutsoorten en de vondst van soorten nieuw voor provincie en land geven aanleiding tot optimisme: naarmate het bos ouder wordt, wordt verwacht dat soorten van echt oud bos zich vestigen. EIS en Natuurmonumenten willen de steekproef elke tien jaar herhalen om de ontwikkeling van de doodhoutfauna op de voormalige zeebodem te volgen en het effect van natuurgericht beheer te meten.