Nieuw offensief D66 en SP tegen 'megaklassen': niet meer dan 21 kinderen per klas
In dit artikel:
D66 en SP leggen opnieuw een wetsvoorstel neer om klassen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs fors te verkleinen: eerst een maximum van 29 leerlingen per klas, met als einddoel maximaal 21 leerlingen per leraar. De partijen zien het uitbannen van ‘dertigplusklassen’ als middel om onderwijskwaliteit te verbeteren en de werkdruk voor docenten te verminderen, ondanks het bestaande lerarentekort.
SP-Kamerlid Sandra Beckerman draait het probleem volgens haar om: “er is in Nederland geen lerarentekort, maar een tekort aan leraren die voor de klas willen staan.” D66-Kamerlid Ilana Rooderkerk wijst erop dat ruim 200.000 Nederlanders een lesbevoegdheid hebben en dat veel docenten afhaken door hoge werkdruk; circa één op de vier nieuwe leerkrachten stopt binnen vijf jaar. Volgens de initiatiefnemers maakt minder leerlingen per klas het vak aantrekkelijker en biedt het leraren meer tijd voor individuele leerlingen, wat de leerprestaties zou verbeteren.
Betrouwbare, actuele cijfers over het aantal klassen met 30 of meer leerlingen ontbreken omdat scholen sinds de eeuwwisseling niet meer verplicht zijn die aantallen te registreren. Een ministeriële steekproef toonde ruim tien jaar geleden bijna 10% dertigplusklassen; dat daalde naar 2% in 2019 en steeg daarna naar 5,4% in schooljaar 2020/2021.
De partijen willen een klein-klassenfonds van 600 miljoen euro om vooral scholen met grote onderwijsachterstanden en vmbo-scholen naar 21 leerlingen te helpen; om alle scholen zo te bekostigen is ongeveer 1,5 miljard euro nodig. Rooderkerk stelt dat de investering zich terugbetaalt: onderzoek zou een extra bruto binnenlands product van 3,5 miljard over tien jaar opleveren.
Eerdere pogingen—zoals een SP-voorstel uit 2016 voor maximaal 23 leerlingen—slaagden niet; de Raad van State bekritiseerde destijds gebrek aan onderbouwing, mogelijke inperking van schoolvrijheid en uitvoeringsproblemen door het lerarentekort. D66 en SP menen nu wel kans te maken op een Kamermeerderheid en zetten hun ‘ultieme poging’ in om kleinere klassen wettelijk vast te leggen.