Niet op agenda klimaattop, maar opeens gaat het erover: fossiele brandstoffen
In dit artikel:
Twee jaar na de onverwachte afspraak op de klimaattop in Dubai — toen de voorzitter, tevens baas van een staatsoliebedrijf (Abdulla Al Jaber), landen liet instemmen met een beleid om van fossiele brandstoffen af te bewegen — komt het onderwerp nu weer prominent terug op de VN-klimaattop in Belém (Brazilië). Hoewel het verwijderen van fossiele brandstoffen cruciaal is voor het halen van de Parijs-doelen (1,5–2°C), werd die toezegging sindsdien grotendeels genegeerd en zelfs tegengewerkt.
Meer dan 80 landen, waaronder de EU en Nederland, dringen er nu op aan om wél concreet te worden: niet alleen uitspraken, maar een routekaart hoe en wanneer de wereld stapsgewijs stopt met het verbranden van olie, gas en steenkool. Dat is urgent, tempert het Internationaal Energieagentschap: volgens recente analyse blijft de uitstoot bij de huidige koers de komende decennia vrijwel gelijk.
Tegenstand komt vooral van grote olieproducerende landen zoals Rusland en Saudi-Arabië; de Verenigde Staten zijn afwezig en zetten onder president Trump op meer fossiele productie. De Braziliaanse voorzitter Do Lago probeert de top anders te leiden door een vaste agenda te presenteren en overige thema’s via parallelle gesprekken te behandelen, maar fossiele brandstoffen waren aanvankelijk buiten zowel de hoofd- als die parallelle agenda gehouden. Daarom spraken landen zich maandag nadrukkelijk uit voor afspraken.
Er is een klein succes: Zuid-Korea kondigde aan in 2040 te stoppen met kolenemissies. President Lula van Brazilië steunt zijn milieuminister publiekelijk en overweegt de conferentie persoonlijk toe te spreken — een signaal dat Belém mogelijk een omslagpunt kan worden in het debat over hoe de wereld daadwerkelijk afscheid neemt van fossiele brandstoffen.