Niet iedereen in Gaza-Stad vertrekt: 'Hier gaan we tenminste maar één keer dood'
In dit artikel:
Het Israëlische leger voert in Gaza-Stad een intensief offensief en richt zich daarbij expliciet op hoogbouw. Afgelopen weekend beval het leger bewoners van de Mushtahatoren te evacueren; kort daarna werd die twaalf verdiepingen tellende toren met grond gelijkgemaakt. Ook de vijftien verdiepingen tellende Soussitoren werd opgeblazen, volgens Israël omdat gebouwen door Hamas zouden zijn gebruikt, een claim die niet met bewijs werd onderbouwd en door Hamas wordt ontkend.
De operatie volgt op een grondoffensief dat vorige maand begon en internationaal veel kritiek oogstte. Voor de oorlog woonden bijna een miljoen mensen in Gaza; inmiddels is volgens het leger zo'n 70.000 persoon naar het zuiden vertrokken. Hulporganisaties waarschuwen dat massale verplaatsing de humanitaire crisis verdiept: tentenkampen zitten overvol, ziekenhuizen zijn overbelast en ook gebieden die als veilig golden worden gebombardeerd. Vorige week werden vijf kinderen gedood door een drone terwijl ze in de rij voor water stonden.
Toch weigeren veel bewoners te vertrekken. Lokale getuigen vertellen waarom: gebrek aan vervoer en brandstof maakt evacueren praktisch onmogelijk, en wie naar het zuiden gaat komt terecht in extreme ontbering zonder voldoende water, sanitaire voorzieningen of medische zorg. Anderen blijven uit principe en emotionele binding met plaats en herinneringen. Journalist Wadee abu‑Saud zegt: "Mijn verhaal begint en eindigt hier," en benadrukt dat ontheemding het verlies van geschiedenis en identiteit betekent. Oxfam-medewerker Salah Skaik woont met zijn gezin in Daraj en zegt dat de levensomstandigheden in het zuiden regelrecht levensgevaarlijk zijn; 31‑jarige architect Basmalla al‑Helou wil vertrekken maar kan haar dementerende moeder en andere kwetsbaren niet vervoeren.
De hoogbouw heeft ook symbolische waarde: veel torens werden na de Oslo-akkoorden gebouwd door teruggekeerde Palestijnen en staan volgens analisten symbool voor hoop op zelfstandigheid. Bewoners ervaren de vernietiging van die gebouwen daarom ook als verlies van thuis en toekomstperspectief. Terwijl velen intern naar noordelijke wijken uitwijken of vastbesloten blijven, groeit de humanitaire nood en blijven internationale hulporganisaties oproepen tot beschermende maatregelen en toegang voor hulpverleners.