Niet iedereen in Gaza-Stad vertrekt: 'Hier gaan we ten minste maar één keer dood'
In dit artikel:
Het Israëlische leger eiste dit weekend dat inwoners van Gaza-Stad naar het zuiden vertrekken en vernielde kort daarna meerdere woongebouwen. Minister van Defensie Israël Katz kondigde de evacuatie van de twaalf verdiepingen tellende Mushtaha-toren aan — hij zei daarbij dat “de poorten van de hel worden geopend” — en getuigen en journalisten van AP en Al Jazeera zagen het gebouw binnen een halfuur daarna instorten. Een vijftien verdiepingen tellende toren, de Soussi-toren, werd later ook getroffen; bewoners kregen volgens hen slechts enkele minuten om te vluchten. Israël beweert dat Hamas de hoogbouw gebruikte voor militaire doeleinden; Hamas ontkent dat.
Het offensief in Gaza-Stad, dat vorige maand begon en internationaal scherp bekritiseerd is, valt samen met een door de VN vastgestelde hongersnood en massale verplaatsingen van de bevolking. Voor de oorlog woonden bijna een miljoen mensen in de stad; het leger zegt dat ongeveer 70.000 mensen naar het zuiden zijn getrokken. Hulporganisaties waarschuwen dat verdere ontheemding de humanitaire crisis zal verdiepen: tentenkampen zijn overvol, ziekenhuizen uitgeput en zogenaamd ‘veilige’ zones worden alsnog getroffen — onder meer kwamen recent vijf kinderen om toen zij in de rij voor water stonden.
Toch weigeren veel bewoners te vertrekken. Oxfam-medewerker Salah Skaik (48) blijft met zijn gezin in Daraj, uit angst voor de erbarmelijke situatie in het zuiden en om te blijven bij hun herinneringen; hij smeekt de internationale gemeenschap: “Help ons te leven.” Journalist Wadee abu-Saud (28) noemt het vertrek principieel onvervangbaar: volgens hem betekent ontheemding verlies van identiteit en geschiedenis — “Mijn verhaal begint en eindigt hier.” Anderen willen wel weg maar kunnen fysiek niet, zoals architect Basmalla al-Helou (31), die zorgt voor haar dementerende moeder en wegens gebrek aan diesel en transport niet de 27 kilometer zwaardepel kan afleggen.
De aanval op hoogbouw raakt ook cultureel erfgoed: hoge appartementenblokken in Gaza-Stad ontstonden na de Oslo-akkoorden van 1993 en symboliseerden destijds hoop op terugkeer en staatvorming. Nu worden die gebouwen gezien als strategische doelen of zijn simpelweg niet meer bewoonbaar, terwijl een groot deel van de bevolking geen veilige uitweg ziet. Kerkelijke en eeuwenoude wijken verzetten zich eveneens tegen gedwongen evacuatie, omdat verplaatsing volgens bewoners neerkomt op een doodsvonnis voor hun gemeenschappen en levensverhalen.