Net als in de film: hoe denken journalisten over hun fictieve collega's?
In dit artikel:
Films en series tonen journalisten in alle mogelijke rollen — van heroïsche onderzoeksreporters (zoals in Spotlight) tot opportunistische redacteuren (zoals de mediapersoonages in Succession). Maxine De Wulf Helskens (Universiteit Gent) onderzocht hoe echte journalisten zulke fictieve beelden ervaren. Zij liet zestien Vlaamse journalisten fragmenten uit Amerikaanse, Vlaamse en Scandinavische producties zien en voerde daarop dieptegesprekken.
De reacties vielen grofweg in twee kampen uiteen. De ene groep omarmde het ‘superhelden’-beeld: journalisten zouden onverschrokken macht moeten controleren en zich idealiter gedragen als onvermoeibare waarheidszoekers — een respondent zei zelfs dat “in iedere journalist schuilt een Superman”. Deze groep verwierp cynische portretten (betalingen aan bronnen, puur commerciële redactionele keuzes) als overdreven Hollywood en vreesde dat zulke beelden het toch al fragile mediavertrouwen zouden ondermijnen als ze niet duidelijk worden afgekeurd.
De andere groep vond het heldenframe te dramatisch en onrealistisch; zij benadrukten dat dagelijks journalistiek werk veel mundane en complexe beslissingen vergt. Tegelijk waardeerden zij kritische, negatieve portretten juist omdat die debatten kunnen aanwakkeren over tekortkomingen in de sector en de druk van commerciële belangen.
Opvallend was een genderpatroon: van de negen voorstanders van het heldenframe waren zeven mannen, terwijl zes van de zeven genuanceerdere critics vrouwen waren. De Wulf Helskens verklaart dit deels doordat vrouwen vaker te maken hebben met clichés en seksisme en daardoor meer bewust zijn van grenzen en ongelijkheden binnen het vak. Conclusie: fictie vormt verwachtingen over journalistiek, maar echte beroepsbeoefenaars reageren verdeeld — deels naar gelang hun ervaringen en positie binnen het veld.