Nee, Lolita uit Nabokovs bestseller is géén 'verleidster'. Waarom is dat kwalijke beeld dan zo hardnekkig?

donderdag, 4 september 2025 (17:44) - De Volkskrant

In dit artikel:

Lolita blijkt in de loop van decennia verworden tot iets anders dan Nabokov schreef: niet zozeer een roman over verboden liefde, maar een cultureel merk en een mannelijk fantasie-icoon. De Volkskrant-chef-kunst analyseert hoe Vladimir Nabokovs meesterlijk gestileerde maar moreel verwerpelijke vertelling — verteld door de volstrekt onbetrouwbare pedoseksuele verteller Humbert Humbert — in de populaire verbeelding is omgedraaid van slachtoffergeschiedenis naar een sexy archetype. Die draai kwam niet vanzelf: bewerkingen, films, toneelstukken en marketing hebben het perspectief van Humbert genormaliseerd en Dolores Haze, het twaalfjarige meisje dat hij verwoest, vrijwel laten verdwijnen.

De krant rijgt voorbeelden aan: de beruchte musical Lolita, My Love (1971) die kindermisbruik op buffo‑achtige wijze bezong; Stanley Kubricks film uit 1962, die Lolita ouder maakte en Humberts pathologie afzwakte onder censuur; en Adrian Lyne’s versie uit 1997, die in beelden de illusie wekte dat Lolita zelf verleidend en zelfs genietend zou zijn. Al die bewerkingen lieten het boek overwegend zien zoals Humbert het ziet — zijnde een romantische obsessie — en maakten van het narratief een quasi‑acceptabele, soms sexy, vertelling. Het resultaat: een wijdverspreid misverstand dat het kind verandert in een “vroegrijp” sekssymbool en de dader tot tragische minnaar.

Belangrijk in de uitleg is Nabokovs literaire paradox: de verhalende kracht en schoonheid van zijn taal werken als een sluier. Humberts retorische charme en eruditie verleiden de lezer, waardoor de leugenachtige, misdadige kern van zijn handelen makkelijker te verzwijgen valt. Critici als Claire Dederer en Mary Gaitskill noemen juist die botsing van esthetische vervoering en vernietiging de kern van Lolita — maar die spanning vereist waakzaamheid van de lezer; velen laten zich verleiden.

Tegengas komt uit het theater. Producties als Marloes IJpelaars bewerking en vooral F*ck Lolita (Annet Bremen, regie Silke van Kamp, Het Zuidelijk Toneel) proberen de blik te keren. In F*ck Lolita wordt Dolores Haze niet langer een afwezige naam in Humberts verhaal maar een lijfelijk en vocaal aanwezig personage. Actrice Keja Klaasje Kwestro belichaamt een volwassen, getekende Dolores — in lagen kleren en een tekst die de literair‑retorische tralies van Humbert doorbreekt — en opeist daarmee haar eigen stem. De voorstelling lijmt de splinters van “Lo, Dolly, Dolores” samen tot een wederopstanding van het kind achter de mythe: gehavend maar niet vernietigd, en niet langer vervangbaar door een designparfum, een wijn of een modeitem.

De analyse reikt verder: de verschuiving van perspectief verklaart waarom Lolita al zo lang verkeerd begrepen wordt. In Nabokovs boek spreekt Humbert het overgrote deel van de woorden; Dolores’ innerlijke leven blijft grotendeels onverteld — haar afwezigheid is symbolisch voor de stilte van misbruikte kinderen. Film en toneel die die stem niet teruggeven, verergeren dat historisch misverstand. Theater heeft daarom, juist door zijn artificiële eigenschappen en mogelijkheid tot spel met vertelperspectief, bijzondere troeven om het verhaal te lossen van Humberts bedwelmende logica en het slachtofferschap terug zichtbaar te maken.

Kortom: Lolita kan — en wordt al — opnieuw gelezen en herzien. De culturele canon hoeft het slachtoffer niet langer te laten verdwijnen achter een glanslaag van stijl en charme. Door het woord en lijf aan Dolores te geven, keert de aandacht terug naar wie echt beschadigd werd en kan het publieke beeld verschuiven van een verkikkende “Lolita” naar het verhaal van een kind dat misbruikt en vergeten werd. Dat perspectief is niet slechts interpretatie, maar een herstel van verantwoordelijkheid tegenover de werkelijkheid achter de mythe.