Nederlandse scheepvaart wil geen Nederlands salaris voor Filipijnse zeevaarders
In dit artikel:
Nederlandse reders verdedigen het huidige cao‑systeem waarin zeevaarders die in landen als de Filipijnen of Indonesië wonen, volgens het prijspeil van hun woonland worden betaald. In die cao staat dat bemanningsleden op hetzelfde schip dezelfde functie kunnen hebben maar een verschillend salaris, omdat levensonderhoud en verlof in hun woonland anders zijn. KVNR‑directeur Annet Koster wijst erop dat "als een Filipijnse zeevaarder in Nederland komt wonen, diegene ook een Nederlands salaris krijgt."
Tegenover die uitleg staat de claimstichting Equal Justice Equal Pay. Deze week stuurde zij brieven naar circa zevenhonderd rederijen met de eis te stoppen met wat zij noemt structurele ongelijke behandeling van Filipijnse en Indonesische zeevaarders en compensatie te bieden voor vermeende onderbetaling. Ook de Nederlandse staat en andere sectorpartijen kregen een ultimatum; volgt er binnen drie weken geen akkoord, dan wordt een rechtszaak gestart. Meer dan dertienduizend mensen hebben zich volgens de stichting bij de actie aangesloten.
Als ondersteuning wijst de stichting op een recente uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens, dat de praktijk terugvoert op koloniale tijden, maar die uitspraak heeft geen juridische afdwingbaarheid. De KVNR meldt dat de overheid onderzoekt wat gelijke beloning voor internationale bemanning zou betekenen; Koster waarschuwt dat het loslaten van het woonlandbeginsel de zeescheepvaart ernstig kan raken. Onderzoeksdata van de KVNR tonen bovendien dat in 2025 meer Filipijnen (8.608) op Nederlandse schepen varen dan Nederlanders (5.566), terwijl Nederlanders vaker in hogere functies zoals kapitein of officier zitten en dus meer verdienen.