Nederlandse ruiter, rugbyer en volleyballer in 2024 voor jaren geschorst na betrapt te zijn op cocaïnegebruik
In dit artikel:
In 2024 zijn drie Nederlandse topsporters langdurig geschorst nadat bij wedstrijdcontroles cocaïne in hun urine werd aangetroffen. Daarnaast werd een voetballer tijdelijk geschorst vanwege THC-gebruik, de werkzame stof in cannabis. Meer dan de helft van de opgelegde straffen had dus te maken met recreatief drugsgebruik en niet met middelen die direct prestatiebevorderend zijn. Dit blijkt uit het recente jaarverslag van de Nederlandse Dopingautoriteit, waarin staat dat in 2023 in totaal zeven sporters werden geschorst na positieve tests of onvoldoende medewerking, tegenover ruim drieduizend uitgevoerde dopingcontroles.
De betrokken sporters—onder wie een volleyballer, rugbyer en ruiter—werden vermoedelijk getest op basis van ontvangen tips, omdat deze sporten minder vaak streng gecontroleerd worden dan dopinggevoelige disciplines zoals wielrennen, atletiek en schaatsen. Voorzitter Vincent Egbers benadrukt dat controles gericht plaatsvinden op basis van informatie uit meerdere bronnen. Drugs zoals cocaïne, XTC, amfetamine en cannabis staan op de dopinglijst en mogen op wedstrijddagen niet in het lichaam aanwezig zijn. Cocaïne kan ook dagen na gebruik nog in de urine worden gedetecteerd, waardoor sporters soms moeite doen te bewijzen dat het gebruik niet op de wedstrijddag zelf plaatsvond, wat kan leiden tot verschillen in strafmaat.
Egbers wijst op het toenemende maatschappelijke acceptatie van cocaïnegebruik, maar onderstreept dat binnen de sport strenge normen gelden: “Als topsporter ben je zelf verantwoordelijk voor wat er in je lichaam zit.” Cannabis wordt als minder ernstig ervaren dan cocaïne, hoewel het op wedstrijddagen eveneens verboden is, mede vanwege de gezonde en sportieve uitstraling die men wil behouden.
Daarnaast werd recent in internationale media gewezen op risico’s van seksuele contacten met druggebruikers, omdat dit via overdracht tot een positieve dopingtest kan leiden. De Dopingautoriteit zorgt via gerichte voorlichting, onder meer online, dat sporters op de hoogte zijn van de regels en consequenties. Cocaïne wordt gezien als een stimulerend middel dat het centrale zenuwstelsel activeert en daardoor alertheid en zelfvertrouwen kan verhogen, wat invloed kan hebben op sportprestaties en dus verboden is in competitieverband.