Nederlandse overheid ontslaat CEO techbedrijf Nexperia
In dit artikel:
De Nederlandse overheid heeft eind september 2025 ingegrepen bij de Nijmeegse halfgeleiderfabrikant Nexperia: minister van Economische Zaken zette op 30 september de Wet beschikbaarheid goederen (Wbg) in, waarna de Ondernemingskamer de CEO op non-actief zette en het kabinet beslag liet leggen op alle aandelen en een tijdelijke bestuurder aanstelde. Het ministerie kondigde de maatregel op 12 oktober aan; de NOS berichtte een dag later over het ontslag via de Ondernemingskamer.
Nexperia, ontstaan als afsplitsing van NXP (oorspronkelijk uit Philips), maakt relatief eenvoudige chips voor consumentengoederen zoals telefoons, auto’s en zonnepanelen. Sinds 2019 is het bedrijf in handen van het Chinese concern Wingtech. De overheid rechtvaardigt haar ingreep met een vermeend risico dat chips in “verkeerde handen” zouden belanden en zo de Nederlandse en Europese economische veiligheid zouden bedreigen. Critici in het artikel wijzen erop dat China al meerderheidsaandeelhouder is en dergelijke chips zelf massaal produceert, en dat het om geen gespecialiseerde defensie- of AI-chips gaat zoals die van bedrijven als ASML.
Daarnaast werd het handelen van de Nederlandse staat in verband gebracht met druk van de Verenigde Staten: rechtbankstukken vermelden dat Nexperia op 30 september Amerikaanse handelsbeperkingen kreeg opgelegd, precies de dag van het Nederlandse ingrijpen. Hoewel minister Karremans eerder ontkende onder Amerikaanse druk te hebben gehandeld, suggereert deze timing dat de VS invloed heeft uitgeoefend. De auteur betoogt verder dat Amerikaanse beleidsinvloed via EU-regelgeving en bilaterale druk vaker richtinggevend is voor Nederlandse economische beslissingen.
De gebruikte Wbg, een wet uit 1952 die erin voorziet dat ministers in uitzonderlijke omstandigheden bevelen kunnen geven om beschikbaarheid van goederen te garanderen, werd volgens de NOS nog nooit eerder op deze manier ingezet. Voor ondernemers schept deze casus een precedent: de staat kan bedrijven bestuursovername en directief ingrijpen opleggen op grond van economische veiligheid, wat volgens de schrijver potentiële risico’s inhoudt voor eigendomsrechten en Nederlandse autonomie binnen het kader van NAVO- en EU-beleidsdoelen.