Binnen vijf minuten in de lucht: Nederlandse F35's schieten Russische drones neer boven Polen
In dit artikel:
Nederlandse F-35‑vliegers zijn deze week ingezet toen meerdere drones het Poolse luchtruim dreigden binnen te vliegen. De toestellen maken deel uit van de Quick Reaction Alert: bemanningen staan klaar met kleding aan, vliegtuigen volgetankt en grotendeels gecontroleerd zodat ze binnen enkele minuten kunnen opstijgen. Volgens defensiespecialist Patrick Bolder waren de straaljagers binnen vijf minuten in de lucht en kregen ze van de gevechtsleiding een update over de situatie; daarna rapporteerden zij wat zij in de lucht zagen.
Polen vond resten van zeven verschillende drones en premier Donald Tusk meldde dat het luchtruim in totaal negentien keer was geschonden. Sinds 1 september zijn vier Nederlandse F‑35’s in Polen gestationeerd; waarschijnlijk werden er bij de interceptie minstens twee toegepast, omdat jagers elkaar dekking moeten geven. De bedreiging werd in elk geval beëindigd toen hittezoekende raketten de drones uitschakelden. Bolder licht toe dat zo’n raket vaak veiliger is dan het boordkanon: bij beschieting op korte afstand kan een drone uit elkaar spatten en brokstukken de straaljager zelf schade toebrengen. Ook grondgebonden luchtverdediging is mogelijk, maar oudere systemen hebben beperkt bereik en moderne systemen zoals Patriotraketten zijn erg duur (ongeveer 1 miljoen euro per raket), terwijl een Shahed‑kamikazedrone rond de 20.000 euro kost — een belangrijke reden waarom zulke drones vaak in zwermen worden ingezet.
Bolder ziet weinig twijfel over intentie: één incident kan een fout zijn, meerdere incidenten vormen een patroon en neigen naar een bewuste daad. De gebeurtenissen tonen volgens hem enerzijds dat de NAVO snel en professioneel kan reageren — en dat er relatief weinig schade is aangericht — maar vormen anderzijds een gevaarlijke grenssituatie. NAVO‑leider Mark Rutte noemde de actie „roekeloos en gevaarlijk” en prees de samenwerking tussen landen die het Poolse luchtruim verdedigden. Of het om opzet ging liet hij aan het onderzoek over; de NAVO wil krachtig optreden zonder verder te escaleren.
Polen riep artikel 4 van het NAVO‑handvest in, wat bondgenoten bijeenbrengt om over een bedreiging te overleggen maar niet automatisch tot militaire bijstand verplicht. De NAVO heeft de actie nog niet als een artikel‑5‑aanval (collectieve aanval) bestempeld. Bolder waarschuwt dat grenzen tussen incident en aanval onduidelijk zijn — er is geen exact omschreven rode lijn — wat zowel flexibiliteit biedt als ruimte voor uitproberen door Rusland. Om te voorkomen dat de NAVO „gesold” wordt, pleit hij voor een krachtige maar beheerst geformuleerde reactie; een mogelijke maatregel zou kunnen zijn om ook drones boven Oekraïens grondgebied neer te halen.
Kortom: snelle Nederlandse en NAVO‑intercepties hebben een concrete dreiging door vermoedelijk Russische drones afgewend, maar het incident vergroot de spanning dicht bij een gewapend conflict en dwingt bondgenoten tot een delicaat afwegingsspel tussen afschrikking en het vermijden van escalatie.