Nederlandse EU-invloed 'verschrompeld' tijdens kabinet-Schoof
In dit artikel:
Vandaag vergaderen EU-leiders voor de laatste keer vóór de Nederlandse verkiezingen, maar in Brussel klinkt er felle kritiek op wat het kabinet-Schoof in anderhalf jaar heeft bereikt. Volgens een anonieme topdiplomaat "luistert niemand meer naar Nederland"; ambtenaren in de Brusselse gangen zeggen dat de Nederlandse invloed is geslonken.
Het kabinet trad aanvankelijk ambitieus aan: het wilde een opt‑out voor asielbeleid, uitzonderingen voor natuur en stikstof, en lagere bijdragen aan de EU‑begroting. Die plannen hebben in Brussel echter weinig opgeleverd. Oud‑ambassadeur Henne Schuwer en voormalig EU‑gezant Pieter de Gooijer wijzen op gebrek aan Brusselse ervaring binnen het kabinet, een sterk eurosceptische samenstelling van de coalitie en weinig initiatief richting Europese collegae. Schuwer benadrukt dat Brussel een complexe machine is waar je relaties en routine moet opbouwen — iets wat niet lukte door de voortdurende wisselingen op ministerposten.
In korte tijd vertegenwoordigde Nederland meerdere keer andere gezichten: voor migratie zaten binnen een jaar Marjolein Faber (PVV), Teun Struycken (NSC), Eddy van Hijum (NSC) en David van Weel (VVD) aan tafel. Ook bij vergaderingen van buitenlandse zaken waren opeenvolgende staatssecretarissen en ministers actief: Casper Veldkamp, Ruben Brekelmans en recent demissionair minister David van Weel. Die “tombola” van afgevaardigden maakte het lastig om duurzame contacten te leggen, wat vooral middelgrote landen nodig hebben om invloed te bewaren.
Journalist Andy Bounds relativeert deels: Nederland was onder Mark Rutte uitzonderlijk invloedrijk door langdurige persoonlijke netwerken, en het vertrek van Rutte is moeilijk op te vangen. Schoof, die geen partijgenoot is, verloor bovendien toegang tot de informele partijfamiliebijeenkomsten die vaak voorafgaan aan EU‑toppen.
De politieke situatie vormt een extra probleem: zonder een nieuw kabinet en politiek mandaat is het lastig om nu nog koers te bepalen in actuele dossiers zoals de nieuwe EU‑begroting, waardoor Nederland het risico loopt achter het net te vissen. Toch zijn Schuwer en Bounds optimistisch dat met een stabiel kabinet het aanzien snel te herstellen is: Nederland is de vijfde economie van de EU en beschikt volgens hen over capabele ambtenaren in Brussel die weten hoe ze de Nederlandse positie moeten verkopen — mits bewindslieden die inzet benutten.