Nederlandse aanpak geweld tegen vrouwen schiet tekort: 'Dringend actie nodig'

In dit artikel:

GREVIO, het toezichtsorgaan van de Raad van Europa, concludeert dat Nederland nog steeds niet voldoet aan de verplichtingen uit het Verdrag van Istanbul voor de preventie van geweld tegen vrouwen. In een recent rapport waarschuwt de organisatie dat op meerdere terreinen “dringend actie” nodig is.

Een kernpunt is dat in Nederland te weinig wordt erkend dat huiselijk geweld nauw verbonden is met genderongelijkheid. Het probleem wordt vaak gereduceerd tot een conflict tussen twee gelijken in plaats van gezien als machtsmisbruik, veelal door een man. Dat gebrek aan genderperspectief beïnvloedt ook gerechtelijke beslissingen: bij voogdijzaken wordt huiselijk geweld nog onvoldoende betrokken, waardoor vrouwen en kinderen in contact blijven met een gewelddadige partner of vader. GREVIO raadt onder meer aan om vaker contact- en huisverboden in te zetten.

De toezichthouder pleit verder voor het afschaffen van de zogenaamde bedenktijd bij aangiftes van zedendelicten, omdat deze drempel slachtoffers afschrikt. Ook blijft het aantal opvangplekken voor slachtoffers ontoereikend, aldus het rapport.

Tegelijk erkent GREVIO recente vooruitgang: de invoering van een nieuwe zedenwet vorig jaar maakte meer gedragingen strafbaar, en er zijn stappen gezet tegen seksueel geweld en intimidatie in de sportsector. De bevindingen komen in een tijd van verhoogde maatschappelijke aandacht voor geweld tegen vrouwen, onder meer na de moord op de 17‑jarige Lisa en de daaropvolgende landelijke actie “Wij eisen de nacht op”. In Nederland wordt ongeveer eens in de acht dagen een vrouw gedood; in veel gevallen is de dader een (ex‑)partner.