Nederlands snelste man eet bolletjes vruchtenhagel om te vliegen over de baan: 'WK-finale is grote doel'

dinsdag, 16 september 2025 (15:18) - Algemeen Dagblad

In dit artikel:

Xavi Mo-Ajok (22) is uitgegroeid tot de snelste man van Nederland en mikt deze week op de 200 meterfinale tijdens het WK in Tokio. Hij liep al tijden die snelheidsbelofte tonen: op de 100 meter kwam hij onder de 10 seconden en op de 200 meter onder de 20, al waren die prestaties deels wind- of niet-officieel. Voor hem staat vast dat die grens te slechten is en hij gelooft dat een officiële sub-20 mogelijk is.

Opgegroeid in Hoogvliet begon Mo-Ajok rond zijn elfde met atletiek bij Spark in Spijkenisse; daarvoor deed hij aan judo en een jaar aan voetbal. Zijn jeugdidolen waren Usain Bolt en Yohan Blake, later raakte hij gefascineerd door Churandy Martina, een atleet van wie hij veel leerde en die hij inmiddels persoonlijk ontmoette. Martina liep mee in het estafetteteam bij Mo-Ajoks eerste Olympische Spelen in Parijs en diende als voorbeeld qua professionaliteit en ervaring.

Sinds september 2023 woont Xavi op Papendal, het nationale trainingscentrum, waar hij een kamer deelt in een complex met andere topsporters — onder wie kogelstootster Jessica Schilder en enkele judoka’s. Dat wonen op afstand was wennen: hij mist zijn familie (moeder Leticia is Kaapverdisch, vader Brian Surinaams met Chinese voorouderlijke achternaam) en het is lastiger geworden om spontaan vrienden te zien in Rotterdam. Zijn vriendin Maud is hordeloopster; haar broer is wielrenner Roel van Sintmaartensdijk.

Mo-Ajok beschrijft zijn wedstrijdritueel en mentaliteit helder: op wedstrijddagen eet hij licht (bij voorkeur witte bolletjes met vruchtenhagel vlak voor de start), in de callroom houdt hij zijn hoofd leeg en tijdens de race begint hij pas echt te voelen en te strijden rond de 170 meter. Techniek is cruciaal in de 200 meter: hij zoekt de lijn in de bocht, „knuffelt” bijna de lijn om meters te besparen en heeft voorkeur voor banen 3 of 6 vanwege de bochtwerking. Zijn motto is een Surinaamse uitdrukking die neerkomt op alles-of-niets; sprinten noemt hij een explosie waarin geen ruimte is voor zwakte.

Internationaal maakte hij dit jaar stappen: zijn debuut in de Diamond League (Monaco) tegen topnamen als Noah Lyles en Letsile Tebogo was een belangrijk leermoment en bevestigde dat hij op wereldniveau meedoet. Zijn directe ambitie voor nu is helder en bescheiden: de halve finale op het WK is al het moment waarop hij piekt — en met een persoonlijk record in die race wil hij zich plaatsen voor de finale. Verder werken aan kracht, voeding en mentaal weerbaar zijn, ziet hij als de route naar verdere snelheid en het nog niet bereikte plafond.