Nederlands klimaatcentrum misleidde donateurs om geld binnen te halen
In dit artikel:
Het in Rotterdam gevestigde Global Center on Adaptation (GCA), door Nederland opgericht om landen te adviseren over klimaatbestendigheid, heeft in de afgelopen jaren structureel zijn rol in projecten opgeblazen om subsidies binnen te halen, concludeert onderzoek van de NOS. De redactie onderzocht het centrum een half jaar, sprak met meer dan zeventig bronnen en bestudeerde honderden documenten. Daarbij blijkt dat GCA vaak slechts een kleine bijdrage levert aan programma’s die grotendeels gefinancierd en uitgevoerd worden door organisaties als de Wereldbank en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank.
GCA heeft donoren herhaaldelijk gepresenteerd als aanjager van enorme investeringen — op de website claimt het centrum onder meer 25 miljard dollar aan aangejaagde investeringen en dat meer dan 82,5 miljoen mensen zijn geholpen — terwijl het jaarlijkse budget van de organisatie rond de 22 miljoen euro ligt. Klimaatfinancieringsexperts noemen die cijfers ongeloofwaardig; veel vermeende investeringen blijken van anderen te zijn en worden door GCA meegeteld als eigen resultaat.
Een concreet voorbeeld is een project in Congo rond gronderosie. GCA stelde dat het een actieplan schreef waardoor 100 miljoen dollar aan investeringen werd beïnvloed. In de onderliggende documenten van de Wereldbank komt GCA echter niet voor en de bank bevestigt tegenover de NOS dat GCA geen onderdeel was van dat specifieke project. De NOS vond nog zeker zestien andere gevallen waar GCA samenwerking met Wereldbankprojecten claimt, terwijl die betrokkenheid in documenten vaak ontbreekt; de Wereldbank bevestigt deelname bij vijf projecten en blijft verder stil over elf anderen.
Meerdere voormalige medewerkers van GCA zeggen dat leidinggevenden, waaronder directeur Patrick Verkooijen, druk uitoefenden om resultaten groter te laten lijken om financiering te bekomen. GCA erkent dat haar rol in projecten soms beperkt is en zegt dat die kleinschalige bijdragen alsnog investeringen kunnen katalyseren. Donoren en externe reviewers blijven sceptisch; een door GCA ingehuurd extern bureau concludeerde eveneens dat het centrum resultaten makkelijk aan zichzelf toeschrijft.
De geloofwaardigheid van GCA leidde ertoe dat donorlanden vragen stelden en in sommige gevallen financiering opschorten of heroverwegen. Noorwegen schortte geld tijdelijk op; ook de Gates Foundation, Denemarken en andere financiers uiten terugkerende twijfels. Vorige week besloten Nederland en het Verenigd Koninkrijk de subsidie aan het Rotterdamse centrum te beëindigen; Buitenlandse Zaken benadrukt dat Nederland dat doet omdat toegewezen projecten aflopen, niet om reputatievragen. GCA ontving verzoeken om toelichting van de NOS, maar directie-interviews werden niet gegeven; eerdere uitspraken van Verkooijen over versterkte steun door Noorwegen en Denemarken worden door die landen ontkend.
Kort gezegd: GCA vervult een nuttige functie in kennisdeling over aanpassing aan klimaatverandering, maar de organisatie heeft naar oordeel van onderzoekers, donoren en oud-medewerkers haar invloed en resultaten systematisch overschat, waardoor vertrouwen en financiering onder druk zijn komen te staan. Onafhankelijke verificatie van claims en transparantere rapportage worden door betrokkenen als noodzakelijk beschouwd.