Nederlanders hebben minder geldzorgen, maar blijven voorzichtig

In dit artikel:

Het CBS-onderzoek toont dat Nederlanders zich over het algemeen minder zorgen maken over hun persoonlijke financiën omdat lonen, inclusief het minimumloon, dit jaar duidelijk zijn gestegen. Het gemiddelde cao-loon nam in 2024 met 6,6 procent toe — de grootste toename sinds 1982 — wat bijdraagt aan een verbeterd besteedbaar inkomen. Tegelijkertijd blijft het vertrouwen in de Nederlandse economie als geheel laag.

De voordelen van inkomensgroei zijn ongelijk verdeeld. Alleenstaande ouders scoren bijvoorbeeld veel minder tevredenheid (61%) dan stellen zonder kinderen (85%). Mensen met lage inkomens maken zich significant vaker zorgen over hun toekomstige financiële situatie: meer dan een derde van de laagste inkomensgroepen geeft aan bezorgd te zijn, tegenover 17% in de hoogste inkomensklassen. Ook huiseigendom speelt een rol: eigenwoningbezitters zijn het minst bezorgd (21%), terwijl huurders met huurtoeslag relatief vaak financiële druk voelen (37%).

Volgens CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen verklaren lagere inkomens en onzekerheid over stijgende woonlasten deze verschillen. De huurtoeslag wordt vanaf 2026 uitgebreid tot huren van €900, maar voor veel huurders blijft de druk op korte termijn hoog.

De kloof tussen persoonlijk financieel welzijn en pessimisme over de economie wordt vooral verklaard door inflatie. Hoewel mensen merken dat hun loon stijgt en ze meer kunnen uitgeven, drukken aanhoudende prijsstijgingen en onzekerheid over de toekomst het vertrouwen in de bredere economie. Opvallend is dat Nederlanders ondanks dat pessimisme méér uitgeven, maar tegelijk ook relatief veel sparen — een teken van voorzichtige huishoudfinanciën. Daarnaast is het vertrouwen in medemensen en veel instituties toegenomen, met uitzondering van de beoordeling van de Tweede Kamer.